close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
4+

De broertjes salamander komen altijd met elkander

Robbert-Jan Henkes Jij met mij Poëzie
Querido
Marga van den Heuvel
Waardering: 8.0

In een gloedvol betoog uitte NRC-recensent Thomas de Veen niet zo lang geleden zijn bezorgdheid over de stand van de Nederlandse kinderpoëzie (hier). Die is volgens hem de afgelopen tien jaar nauwelijks een stap vooruitgekomen. Er verschijnt weinig en wat er verschijnt, lijkt op elkaar en blijft binnen de regels van het genre. Wellicht wat kort door de bocht maar zeker geen onterechte klacht en wellicht een steen in de vijver die weerklank vindt.

Opvallend genoeg verschijnen er ineens wel weer met regelmaat nieuwe poëziebundels voor kinderen. Jij met mij van Robbert-Jan Henkes  is zo’n bundel. Henkes is vooral bekend van zijn literatuurvertalingen (o.a. Nabokov, Joyce, Shakespeare) met Erik Bindervoet, met wie hij ook de tekst voor de muziektheatervoorstelling voor kinderen De Mannen van Minsk maakte. Vorig jaar werd Henkes geprezen voor zijn vertaling en bloemlezing van Russische kindergedichten in de dikke bundel Bij mij op de maan.  Die klus is ongetwijfeld de inspiratiebron geweest voor deze bundel met verzen, waarvoor hij deels leunt op de absurditeit en de melodie van het Russische kindervers maar ook oer-Hollands in de traditie van Annie M. G. Schmidt staat.

Annie is duidelijk aanwezig in de humoristische verzen zoals die over de oude reus (hij heeft twee linkeroren en een linkerneus) die in het land Ocharme woont en en zeker in het anti-autoritaire Luister nooit naar goede raad:

Snij je broer z’n neus niet af, kukel niet van een giraf, steek het bankstel niet in brand, ga niet varen in een krant’. 

Nederlands is ook het opvoeren van de seizoenen (Zwerf, zwerver , zwerfst) en het weer (Onweerslied) en de vele verwijzingen naar water, boten varen. Henkes blijft dicht bij de kinderfantasie (een boot maken van een omgekeerde tafel) en de ontdekkingsreis die kleuters doormaken: ‘Wat steekt er door de deken heen. Een kleine teen! En nog een teen! En daar zit een hele voet aan vast. En dan ook nog een heel been.’

Hele fijne verzen om voor te lezen vanwege het ritme en de melodie en de lichte absurditeit. Dat begint al met het openingsgedicht, dat je automatisch hardop gaat lezen: ‘Vis is vies. En wou zich wassen. Wou zich wissen. Wou zich wassen. Wou zich plissen plessen plassen. Al haar schubben wou ze schrobben. Schubben schrobben in de tobbe om zich schoon te wissen wassen.’ 

In dit soort woordspelletjes is Henkes sterk, zoals in één van de sterkste verzen over de broertjes salamander. ‘De broertjes salamander. Waren nooit alleen: Zag je ooit de ander, Dan zag je ook de een. De broertjes kwamen / Altijd Samen, met elkander, Altijd samen, nooit alleen: Kwam de een, kwam ook de ander, Kwam de ander met hem mee, En was die ene met z’n twee’. 

Zoals vrijwel altijd bij poëzie halen een paar minder geslaagde verzen het gemiddelde niveau wat naar beneden maar dat doet niet echt afbreuk aan de vrolijke (door Marga van de Heuvel geïllustreerde) bundel. Was er trouwens geen betere titel te verzinnen dan het weinig prikkelende Jij met mij?

Recensent Thomas de Veen pleit er in zijn stuk voor dat kinderdichters meer moeite mogen doen om het onbevattelijke en onbeschrijfelijke te verwoorden. Dat is ook niet helemaal wat Henkes doet. Hij is vooral een ’talende’ dichter, die speelt met ritme, rijm en melodie en dat doet hij met tegendraadse inslag en op een taalkundig hoog niveau. Als het zo goed gebeurt, kun je daar weinig op tegen hebben, lijkt mij.

 

Tags : FantasiePoëziePrentenboekVoorleesboek