close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
15+

Roald Dahl: een uit zijn krachten gegroeid kind

Donald Sturrock Verhalenverteller Roald Dahl Marianne Gossije
Waardering: 7.5

Er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken wat Roald Dahl van de recente Nederlandse discussie rond Bijbel en Onderwijs had gevonden. Hij had ze ongetwijfeld met de grond gelijk maakt op een manier zoals alleen hij dat had gekund. Meedogenloos en kwetsend want Dahl wist als geen ander hoe hij moest choqueren. Hij schreef tal van boze ingezonden stukken en deze biografie staat vol met keiharde, en daardoor zeer vermakelijke, correspondentie.

De wijze heren van Bijbel en Onderwijs hebben er al moeite mee als het ouderlijk gezag wordt aangetast terwijl dat voor Roald Dahl bijna het uitgangspunt van zijn werk was. Hij stelde dat kinderen volwassenen als reuzen zagen die automatisch ‘de vijand’ waren. ‘Wanneer ik een boek schrijf waarin kwaad wordt gesproken over de ouders van of de leraren, zoals in Matilda, dan vinden kinderen dat geweldig… Dat komt omdat kinderen roepen: “Hoera, eindelijk eens een volwassene die begrijpt hoe het is om een kind te zijn”. ‘

Over deze biografie van Dahl is al veel gezegd en geschreven. Ik zal me vooral richten op de passages over jeugdboeken. Lezers die vooral daar in geinteresseerd zijn, moeten even geduld hebben want pas na driekwart van de lijvige biografie gaat de auteur er dieper op in. Zijn jeugdboekenperiode komt er wat karig van af in deze biografie. Deels komt dat omdat Dahl pas op latere leeftijd echt veel voor kinderen ging schrijven maar het komt vooral omdat de auteur zich richt op andere zaken. Hij gaat uitgebreid in op de relaties van Dahl (met zijn vrouwen, zijn kinderen, zijn uitgevers en redacteuren) en op het karakter van de onvoorspelbare schrijver. Het is een behoorlijk psychologische biografie geworden die de nare kanten van de schrijver zeker niet uit de weg gaat, maar dat is ook bijna onmogelijk.

Opvallend is dat Dahl door de aansporingen van een redactrice meer voor kinderen ging schrijven, nadat hij was vastgelopen met zijn verhalen voor volwassenen. Hij leek op late leeftijd wel eindelijk zijn echte roeping hebben gevonden. Met kinderen kon hij het vrijwel altijd goed vinden, in tegenstelling tot zijn verhouding met veel volwassenen. Hij noemde zichzelf ‘een uit zijn krachten gegroeid kind’. Hij hield van ondeugende streken, van giechelen en gniffelen, van kinderlijke grapjes en hij had een voorliefde voor het angstaanjagende detail. Hij wist waar kinderen van hielden. In een kinderboekenmanifest schreef hij:’ Ze vinden het heerlijk om bang gemaakt te worden. Ze houden van spanning, van spoken, van actie. Ze houden van chocolade en speelgoed en geld, van toveren en het vinden van een schat. Ze houden ervan wanneer ze aan het giechelen gemaakt worden. Ze houden ervan wanneer de schurk afschuwelijk aan zijn eind komt en ze houden van een held en zien de held graag als overwinnaar’.

De leukste kinderen waren volgens Dahl degene die gevoed zijn met fantasie en de lastigste degene die alle feitjes weten. Hij wilde kinderen uit hun sleur van huiswerk en karweitjes halen en ze aan het lezen krijgen en ze optillen naar een ‘fantastische of grappige of ongelofelijke plaats’. Ook hij heeft al te maken met de Bijbel en Onderwijs-achtigen van deze wereld. Veel bibliothecarissen vinden zijn werk te grof en op een bizarre manier wordt hij vanwege Sjakie en de Chocoladefabriek van racisme beschuldigd. Tekenend voor de schrijver is dat hij zich dat enorm aantrekt. Hij maakt zich er boos over maar lijkt ook oprecht aangeslagen te zijn en doet er alles aan om dat beeld recht te zetten.

Dahl was vaak boos maar zeker in zijn latere jaren was er geen sprake van angst, verbittering of verveling. Zijn laatste boeken zijn licht van toon en laten dat nou allemaal kinderboeken zijn. De gedachte die overheerst na het lezen van Verhalenverteller is dan ook: was Dahl maar tien jaar ouder geworden of tien jaar eerder begonnen met het schrijven van boeken voor kinderen. Zijn oeuvre is niet gering maar het leek er toch op dat hij net pas op stoom begon te komen toen zijn lichaam en geest het definitief af lieten weten.

Als biografie van een bijzonder mens en schrijver is Verhalenverteller zeker geslaagd maar als biografie van een van de grootste kinderboekenschrijvers ooit, laat het te wensen over. Er moet nog zoveel meer te zeggen zijn over het ontstaan van al die prachtige kinderboeken en ook de samenwerking met Quentin Blake blijft onderbelicht. Misschien is het een idee dat iemand die handschoen nog eens oppakt en net als bij Annie M. G. Schmidt is gedaan, een boek schrijft waarin zijn jeugdboeken centraal staan.

Roald Dahl had natuurlijk een broertje dood aan recensenten. Hij vergeleek volwassen die kinderboeken recenseren met mannen die verstand denken te hebben van dameshoeden. Daar kan ik het mee doen.

Tags : biografieengelandNon-fictieOver Jeugdliteratuur