close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
8+

Een halve eeuw Tonke

Tonke Dragt Als de sterren zingen Kinderboek
Leopold
Waardering: 8.0

Het gaat niet bepaald om nieuw werk in Als de sterren zingen, de verhalenbundel van Tonke Dragt, waar door liefhebbers met smart naar is uitgekeken. Slechts vijf van de zesentwintig verhalen zijn nooit eerder gepubliceerd.  Het wachten was al die jaren op De weg naar de cel, het vervolg op Dragts’ laatste boek Dichtbij, ver van hier uit 2009, waarvan inmiddels duidelijk mag zijn dat de kans op verschijning kleiner dan minimaal is.

De verhalen in Als de sterren zingen zijn geschreven tussen 1956 en 2005 en vormen bij elkaar een overzicht van vijftig jaar Tonke Dragt. Ze zijn opgedeeld in vijf genres: Sprookjes en vertellingen, sagen en avonturen, raadselverhalen, toekomstverhalen en sciencefiction en nachtverhalen. Veel verhalen verschenen eerder in bloemlezingen of zijn hoofdstukken uit boeken als: Verhalen van de tweelingbroers, Torenhoog en Mijlenbreed en Dichtbij, ver van hier. Na een aantal verhalen is een uitleg van Tonke Dragt zelf toegevoegd waarin ze vertelt over de ontstaansgeschiedenis en bijzonderheden. Die stukjes zijn interessant maar niet allemaal even coherent. Dragt heeft de neiging op details in te gaan en daarbij uit het oog te verliezen wat interessant is voor de lezer. In het voorwoord gaat de auteur bijvoorbeeld uitgebreid in op de vraag met welk verhaal ze debuteerde, waar verwarring over bestaat. Beter had ze aangegeven waar de keuzes op zijn gebaseerd en wat de achterliggende samenhang en gedachte achter het boek is. Behalve de rangschikking in thema’s blijft onduidelijk waarom er voor is gekozen voor juiste deze bestaande verhalen, zeker als het hoofdstukken uit de boeken zijn.

Voor de losse verhalen geldt dat minder en uiteraard in het geheel niet voor het niet eerder gepubliceerde materiaal. Het boek sluit af met het titelverhaal dat Dragt al op haar zeventiende (!) schreef. Het gezin woonde toen nog in Indië en in de nachten hoorde Tonke de krekels sjirpen. Ze verbindt deze beleving aan mythen en overleveringen over het zingen van sterren in een verrassend mooi kort verhaal over een koning van wie één van de drie zoons zegt: ‘Waarom zou ik in ’t lied van de krekels, het zingen van de sterren niet horen’. Het verhaal De doos van Ibrahim werd haar opgestuurd door Rindert Kromhout, Dragt was het zelf helemaal vergeten. Het had de raamvertelling moeten worden in een sprookjesboek dat er nooit is gekomen. Het valt op dat Dragt melding doet van meerdere projecten die bij een idee zijn gebleven of ergens halverwege zijn gestrand. Ook het sterrenverhalenboek en het boek met tuinverhalen hebben nooit het licht gezien.

Het is bijzonder om De draak en de sleutel terug te lezen, dat Dragt schreef voor de verloving van prinses Beatrix en Claus. Ze kreeg de opdracht zonder te weten waar het voor bedoeld was. In een smakelijke terugblik vertelt ze hoe van het verhaal een televisie-uitzending is gemaakt en dat ze daarna enigszins besmet was omdat veel mensen tegen het huwelijk met een Duitser waren. ‘Veel kinderboekenschrijvers nodigden mij een tijd lang niet meer uit op hun activiteiten’. Een ander verhaal dat ze in opdracht schreef is Het gevaarlijke venster. Een sage uit het land van koning Unauwen dat in de jaren 70 in twee bundels is opgenomen. Het idee voert onbewust terug op een herinnering uit het concentratiekamp Tijdeng, tijdens de Japanse bezetting van Indonesië. Ze had veel tijd maar weinig boeken en de boeken die voorhanden waren, las ze dus heel intens en kwam dichtregels tegenkwam die invloed hebben op dit verhaal:  ‘Tovervensters, die uitzien op de schuimende golven. Van gevaarlijke zeeën in verre sprookjeslanden.’

Op die manier leert de lezer Tonke Dragt en haar manier van denken en associëren steeds beter kennen. Haar rijke gedachtewereld en bijzondere universum komen tot hun recht in de variatie van verhalen. Of het nou de sprookjes of raadselverhalen of science fiction, steeds is er sprake van een fantasie waarin alles klopt en die meteen urgent  aanvoelt. Dit moest zó geschreven worden, en niet anders.

De illustraties geven Als de sterren zingen een forse meerwaarde. Ook die geven een overzicht van 50 jaar vlijt van de eigenzinnige kunstenares. In ABC Dragt uit 2013 lieten Joukje Akveld en Annemarie Terhell zien hoe uitzinnig creatief Tonke Dragt is. Haar woning staat vol met poppenhuizen en bijzondere creaties. In dit boek zijn illustraties opgenomen die passen bij de verhalen: van sobere zwart-wit tekeningen tot bonte collages.Vooral de laatste zijn uniek in hun soort en vormen vaak een verhaal op zich. Het prachtige coverbeeld is daar een goed voorbeeld van.

Als de sterren zingen is enerzijds een diner met gangen die we al eens eerder tot ons namen. En de samenstelling lijkt wat lukraak, op zijn minst had een betere uitleg daarover niet misstaan. Maar verder is er weinig mis met een maaltijd die eerder al voortreffelijk smaakte.

Het boek is vooral een glorieus overzicht van vijftig jaar werk van een van Nederlands belangrijkste en meest eigenzinnige kinderboekenauteurs. De nieuwe verhalen, de minder bekende verhalen en de rijkheid en gevarieerdheid en vooral de uitleg en de betoverende collages rechtvaardigen deze uitgave.

 

 

Tags : FantasieillustratiesKinderboekOver JeugdliteratuurSpanning en avontuurSprookjesverhalenVoorleesboek