close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
8+

Valentijn en oma vormen samen een indianenstam

Valentijn heeft beloofd de aanvraagformulieren voor het verpleeghuis op de bus te doen. Hij verzuimt dat en begraaft de papieren onder een steen. Niet zo gek, meent hij, want dat doen de indianen al jaren. Met deze actie hoopt hij te voorkomen dat zijn oma bij hen thius weg moet. In eerste instantie is hij helemaal niet blij met de komst van zijn grootmoeder, hij moet zijn eigen slaapkamer uit, maar dat verandert al snel.

Ze is dan wel vergeetachtig en soms erg in de war maar ook heel lief en grappig en een tikje ondeugend. De eerste nacht is hij alleen met oma in huis en dat is de basis voor hun sterke band. Hij verplaatst zijn matras terug naar zijn slaapkamer en samen kijken ze zo naar het geschildere indianenhoofd op de muur. Valentijn is in de ban van indianen en met name van opperhoofd Sitting Bull, van wie zijn moeder voor zijn verjaardag een schildering op zijn slaapkamer heeft laten maken.

Oma staat wel open voor het verhaal van de indianen. Ze heeft vrijwel iedere nacht angstige dromen over pesterijen door schoolvriendinnen. Valentijn is zelf ook voor van alles bang, bijvoorbeeld voor het komende schoolreisje. Het scharnierpunt in het boek is de droomsessie met oma in de tipi, die Geus heel subtiel aankondigt met: ‘Op dat moment wist ik niet dat ik over vijf minuten het vreemdste ging doen dat ik ooit gedaan had in mijn hele leven’. Het lukt ze om korte metten te maken met het verleden door de pestkoppen stuk voor stuk uit te gummen.

Mireille Geus heeft haar verhaal heel precies opgeschreven, zonder poespas maar vaak raak. Haar taal is genieten geblazen maar dat geldt iets minder voor het verhaal. Niet alle personages in dit boek zijn even sterk. Het gevaar ligt op de loer dat ouders als doorjakkerende workaholics worden neergezet die geen oog hebben voor de noden van ouderen en kinderen. De moeder in dit boek is nogal karikaturaal neergezet met haar irritaties en gezucht. Ook Valentijn zelf was overtuigender geweest als zijn angsten meer relief hadden gekregen door ze uitgebreider te duiden en de voorliefde voor indianen er beter aan te koppelen.

Oma komt als personage geloofwaardiger over dan haar kleinzoon. Haar dwarsigheid en verwardheid kloppen, en ze is verreweg het grappigst. Als vader komt kijken wat ze uitspoken in de indianentent en vraagt van welke stam ze zijn, antwoordt oma: ‘Gewoon onze eigen stam’. Waar na ze luid en duidelijk zegt: ‘Ugh’. Het is de vraag of de slothoofdstukken niet wat veel van het goede zijn. Ze waren nodig om Valentijn te laten inzien dat oma echt niet meer thuis kan blijven wonen waardoor het verhaal rond is, maar het had misschien anders gekund. Kortom: veel om over na te denken.

Het gevoel dat overheerst is toch dat De ogen van Sitting Bull een mooi en liefdevol verhaal met veel herkenbare situaties waarin Geus een treffend beeld geeft van een vriendschap tussen een grootouder en een kleinkind. En dat het nog sterker en evenwichtiger had gekund en dan echt een héél goed boek was geweest.

Titel Boek:

De ogen van Sitting Bull

Auteur:

Mireille Geus

Kaft:
Tags : dementiegrootoudersindianenKinderboekLiefde en vriendschapoma