close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
4+

Iemand die De Nacht kan wegjagen – Dansmuis van Harm de Jonge

Dansmuis van Harm de Jonge, illustraties Astrid Mulder, Hoogland & Van Klaveren, 4+

De Nacht wordt in ‘Dansmuis’ van Harm de Jonge niet toevallig met een hoofdletter geschreven. Hij is een even belangrijk als ook onzichtbaar personage in het verhaal. De Nacht heeft een dikke buik, vol stukjes met duister die hij de lucht inblaast. Zijn adem laat het hele bos snurken. Dansmuis woont in het Ruige Bos, vlakbij het Lange Diep, en is doodsbang voor de Nacht. Ook al omdat ze haar ouders kwijt is. Als het weer donker wordt, gaat het rommelen haar kop. Ze is er klaar mee en roept om hulp. ‘Is hier ook iemand die de Nacht kan wegjagen?’

Harm de Jonge schreef ‘Dansmuis’ oorspronkelijk in het Gronings als ‘Dansmoes’ in opdracht van het Centrum Groninger Taal & Cultuur. De schrijver leerde de Groninger taal bij zijn grootouders en sprak de taal tot zijn achtste. Dansmoes is pas zijn eerste kinderboek in zijn moedertaal die nog ergens in hem verborgen zat. In een interview zei de 85-jarige schrijver: “Ik hou van de Nederlandse taal. Mor t Grunnegs is veur mie thoes kommen. Ik zie mijn opoe weer voor me. Ik hoor m’n ouders en grootouders.’’

Het verhaal heeft behalve de locatie van ’t Roege Bos niet echt met Groningen te maken, zoals je misschien zou verwachten. Dansmuis is een zogenaamd stapelverhaal over het overwinnen van angst. Telkens komt een ander dier bij de bange muis langs om over zijn angst te praten. Jonge lezers leren de waarde van verschillende zintuigen omdat Dansmuis de Nacht hoort, ziet, proeft en ruikt. De verschillende dieren geven hem inzichten over het gebruik van haar ogen (de pauw), haar oren (een haas), haar neus (de schildpad) en haar smaak (een honingbeer). Alle lieve dieren helpen haar, uiteindelijk is Dansmuis niet bang meer. De moraal van het verhaal is dat je je angst niet uit de weg moet gaan. Vleermuis tenslotte leert haar er dwars doorheen te vliegen.

Harm de Jonge schreef in fantasierijke taal een boek in twee talen. Volgens hem heeft dat een meerwaarde voor de taalontwikkeling van kinderen. “Als je het in twee talen wilt lezen en vergelijken, dan kan dat.” Dan ontdekt je bijvoorbeeld dat ‘op hozevöddels’ in het Nederlands ‘op kousenvoeten’ betekent. Tekenares Astrid Mulder uit Groningen maakte de dromerige en kleurrijke illustraties bij het voorleesboek die het fantasievolle aspect van het boek een extra accent meegeven.  

Deze bespreking stond op maandag 12 augustus 2024 in het Dagblad van het Noorden.