De geheime bibliotheek van Nina George en Jens Kramer, illustraties Hauke Kock, vertaling Merel Leene, Leopold, 10+

Boeken zijn niks voor kinderen want er moet niet te vaak een frisse wind door kinderhersentjes waaien, vindt de regering. Daarom zijn boeken in de ban gedaan en is het ook nog eensverboden om te dromen. De geheime bibliotheek speelt zich af in een maatschappij waarin kinderen nog nooit met boeken in aanraking zijn geweest. Heel vaag hebben ze hun grootouders wel eens iets horen vertellen over verhalen die bestaan uit letters op papier, uit de tijd voor video’s en hologrammen.
Vier vrienden komen per toeval in een groot verlaten gebouw terecht. De lezer weet dan al lang dat dat een enorme bibliotheek is waar wezentjes wonen die de boeken levend proberen te houden voordat ze helemaal zijn verbleekt. Er gaat namelijk een geheimzinnige ziekte rond waardoor de letters worden uitgewist. Deze zogenaamde Skribbels dragen namen als Sherlokkio, Rijmert, Lexicus, Oot-Kwiezien, Tyopografica en Aristosofus en praten en gedragen zich op een manier die bij hun naam past. Voor de Skribbels is het even wennen dat er ineens kinderen opduiken. Al is het niet helemaal een verrassing, want een Orakel heeft voorspeld dat het kinderen zijn die de wereld gaan redden.
De geheime bibliotheek vertelt een magisch verhaal met een kern die actueel is en ergens over gaat. Machthebbers zijn bang om de controle te verliezen en daar spelen boeken een grote rol in. Boeken vormen de poort naar een nieuwe wereld waarin mensen voelen dat ze vrij mogen zijn en niemands slaaf zijn. Dromen en fantasieën brengt mensen maar op nieuwe ideeën en zijn dus gevaarlijk.
De vier vrienden raken in de geheime bibliotheek meteen in de ban van de boeken en ontdekken welke wereld hen wordt onthouden. Dit laten ze zich niet meer afpakken, maar dat is zo simpel nog niet. Het is moeilijk iets geheim te houden omdat hun ouders altijd kunnen volgen waar ze zijn. Het is duidelijk dat De geheime bibliotheek zich afspeelt in de toekomst maar die wereld is niet erg uitgewerkt, behalve de rol van een fanatieke minister. Niet storen want de nadrukt ligt op het avontuur. Dat is dan helaas nogal wijdlopig van opzet en mondt teleurstellednd uit in een slap einde dat overduidelijk een voorzet is op een volgend deel.
Toch staan er genoeg aardige vondsten over boeken, lezen en verhalen in dit boek van een Duits schrijversechtpaar. Verrassend hoe uit de boeken personages en avonturen tevoorschijn komen, en er trouwens net zo snel weer in verdwijnen. Bovenal is de onderliggende thematiek sterk omdat het in deze tijd van nieuwe ‘bookbans’ aansluit bij belangrijke vragen. Waarom is die angst voor boeken zo groot en waarom wordt het vooral zo gevaarlijk gevonden dat kinderen ermee in aanraking komen?
De Skribbels zijn grappige wezentjes, die onder leiding van een koningin al eeuwenlang wachten totdat de boeken eens gered worden. Dat wachten lijkt te worden beloond al kunnen we pas in de zomer van 2026 in het tweede deel lezen hoe het verder gaat.


