Kluitman
Carla Hazewindus
George wordt in het gelijknamige boek consequent aangeduid met ‘ze’ en ‘haar’ (behalve als broer en moeder aan het woord zijn) want hij is in alles een meisje. Het is opvallend hoe sterk taal hierin werkt. Aanvankelijk is het verwarrend maar na een tijdje treedt de gewenning op. Dat geldt ook voor zijn omgeving, zijn ruimdenkende moeder doet er aanvankelijk lacherig over. ‘Je bent nog maar tien, je weet niet hoe je je over tien jaar zult voelen’. Zijn broer is in de veronderstelling dat George homo is, maar als het genderissue duidelijk wordt, stelt hij de eerste vraag met zijn vingers, waarmee hij een doorknipgebaar maakt. Dat ding tussen zijn benen (“je hebt toch een eh… ‘je-weet-wel'”) is wel wat lastig maar uiteindelijk blijkt het bijzaak, het gaat om het gevoel. En dat is authentiek, overduidelijk en volledig overtuigend. George is een meisje, of zoals haar beste vriendin Kelly het zegt: ‘als jij vindt dat je een meisje bent, dan vind ik ook dat je een meisje bent ‘
De auteur van George is Alex Gino, een Amerikaanse transgender die voor het verhaal uit eigen ervaringen put. Het boek is geschreven vanuit de 10-jarige hoofdpersoon waardoor de gevoelens, twijfels en ervaringen direct en geloofwaardig overkomen. George identificeert zich met de modellen uit de glossy’s die ze vriendinnen noemt, maar ze verstopt de bladen als ware het pure porno. Via internet is ze erachter gekomen dat ze in een meisje kan veranderen en dat ze al voor haar zestiende kan beginnen met vrouwelijke hormonen. Mits er toestemming van de ouders is. Dat is toekomstmuziek, voor George geldt nu vooral dat hij zich geen jongen voelt en niks liever wil dan de vrouwelijke hoofdrol in het toneelstuk op school. Daar moet de juf niks van weten en dat leidt tot een klein drama en een charmante maar voorspelbare oplossing, waarin vriendin Kelly de helpende hand biedt.
Als thematisch boek dat een onderbelicht onderwerp op de kaart zet is George meer dan geslaagd. Zeker voor deze leeftijdsgroep zijn er weinig boeken over genderissues en Gino weet de juiste toon te vinden. Dat is knap want schrijven over seksualiteit voor kinderen is geen sinecure. De auteur benoemt mogelijk ongemakkelijke zaken op een vanzefsprekende en lichtvoetige manier, telkens vanuit de belevingswereld van George.
Als roman is het geen hoogvlieger, een nogal brave en lineaire vertelling en de activistische omlijsting is wat veel van het goede. Maar George is een belangrijk en sympathiek boek. De laatste hoofdstukken, waarin George in meisjeskleren (‘een lichtroze onderbroekje met rode hartjes’) met Kelly naar de dierentuin gaat, kun je alleen maar met een glimlach lezen.
George
Alex Gino
Carla Hazewindus
Kluitman