Querido
Harrie Geelen
Jaap de Jongheeft een prijs gewonnen maar hij heeft geen idee waar hij dat mee heeft verdiend. Hij blinkt nergens in uit, niet met vechten, tekenen of hardlopen. Voor zijn moeder maakt het niet uit, die is dolblij, laat taart aanrukken en licht iedereen in. Maar de kleine Jaap voelt zich er ongemakkelijk bij, hij wordt er zelfs angstig van en is doodsbenauwd door de mand te vallen. De echte Jaap de Jong moet op een dag wel aan de deur staan om de prijs op te eisen.
Imme Dros werkt deze tegendraadse angst op een schitterende manier uit. Zou niet iedereen dolblij zijn met een prijs? Nee dus, Jaap niet. En hij wordt steeds meer bevestigd in zijn idee dat hij niet zoveel kan. En een prijs win je met een bijzonder talent: zoals zijn opa die de Elfstedentocht uitreed of zijn oma die goed kan dansen.
Het einde van het verhaal ligt voor de hand maar haalt het verhaal niet onderuit. Vanzelfsprekend heeft Jaap geen prijs gewonnen maar was het reclame van een loterij, waar zijn moeder te snelle conclusies aan verbond. ‘Iedereen was kwaad. Behalve Jaap. Hij had geen prijs, hij had geen prijs. Hoera!’. Subtiel zet Dros de beleving van de volwassenen (die eerst blij waren maar hem nu komen troosten) tegenover het gevoel van Jaap die vindt dat hij gelukt heeft gehad.
Het echtpaar Dros/Geelen komt vrijwel ieder jaar met een gezamenlijk prentenboek, recent het schitterende Tijs en de eenhoorn en het minder geslaagde boek over Karel Appel. Jaap wint een prijs is qua vorm vergelijkbaar met het boek over de eenhoorn, één of twee prenten in een kader met daaronder een (voorlees) tekst. Geelen is in de prenten dienstbaar aan zijn vrouw en laat misschien iets te veel zien wat al in de tekst al te lezen is. Het verhaal leent zich nauwelijks voor andere tekeningen dan waar Jaap op staat. De nachtmerrie van Jaap is schitterend verbeeld, en sterk is ook de straat vol met winkels waar J. de Jong op de gevel staat.
Dit boek moet het vooral hebben van het gegeven en de tekst, en dat is ruimschoots voldoende. Heel voorzichtig lees je tussen de regels door kritiek op de prestatiemaatschappij, zonder dat het ook maar een tikje moralistisch wordt. De 80-jarige Imme Dros is de laatste jaren vooral druk met vertalen en het samenstellen van boeken, maar ze kan zich nog steeds erg goed schrijven. De manier waarop ze de gedachten van kleine Jaap verwoordt, is indrukwekkend.
Dros en Geelen slagen er nog altijd in om van een klein gegeven een subtiel en gelaagd verhaal te maken.