close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur

Lampje of…? Wie wint de Woutertje 2018

Wie op de media-aandacht afgaat, kan maar één conclusie trekken: Annet Schaap is met Lampje de gedoodverfde favoriet voor de Woutertje Pieterse Prijs 2018. Zaterdag was ze te gast in De Taalstaat en stond ze met een interview in de Telegraaf.  Het lijkt bijna niet anders te kunnen dan dat Schaap donderdagmiddag met de literaire jeugdboekenprijs in haar handen staat. Maar gaat dat ook gebeuren?

De winnaar weet het inmiddels en dus weten de andere genomineerden ook dat zij het niet geworden zij, al weten zij dan weer niet wie er wel gewonnen heeft. Het nominatiesysteem, dat enkele jaren geleden pas in gevoerd,  heeft de onder grote druk staande WPP goed gedaan. Met het aantal voorgedragen boeken laat de jury het brede spectrum van het Nederlandse jeugdliteraire landschap zien. Er is meer reuring om de prijs en er kan volop worden gespeculeerd. Dat strookt met de doelstelling om de kwaliteit van het Nederlandstalige kinder- en jeugdboek te bevorderen.

Dat Lampje huizenhoog favoriet is, is niet meer dan logisch. Het was verreweg het meest besproken boek van 2018, natuurlijk vanwege het bijzondere gegeven dat we de schrijfster al decennia kennen als illustrator. Maar vooral ook vanwege het magische  verhaal dat vrijwel overal in superlatieven werd besproken. Dat Lampje mee zou gaan doen om de prijzen, stond van meet af aan vast. Werd het niet de Woutertje Pieterse Prijs, dan toch zeker wel de Gouden Griffel, en misschien wel beiden. Dat is nog steeds goed mogelijk maar de wegen van jury’s zijn ondoorgrondelijk en het kan echt zomaar anders lopen. Wie had vorig jaar vooraf gedacht dat Gerda Dendooven de prijs zou wegkapen met Stella?

De Woutertje Pieterse Prijs is een prijs voor het kinderboek dat ‘uitzonderlijk is wat betreft taal, genre, thema, illustratie, vorm en/of vormgeving’. De jury kijkt, anders dan bij de griffels, naar meer dan tekst en dan heeft Lampje ineens serieuze concurrentie. De grootste verrassing zou een bekroning voor Wij waren hier eerst zijn. Een fantastisch boek daar niet van, maar het is veelzeggend dat de illustrator niet meegenomen is in de nominering, waaruit afgeleid mag worden dat de jury daar kritisch over is. En toen, Sheherazade, en toen? is een meesterstuk waarin zowel Dros als Van Haeringen hun vakmanschap laten zien, maar ik vraag me af of het uitzonderlijk genoeg is. Het blijven hervertellingen.

Blijven drie grote kanshebbers over. Ted van Lieshout natuurlijk, die alweer is genomineerd, en de prijs in 2012 al won voor Driedelig Paard, heeft met Onder mijn matras de erwt een bundel afgeleverd waar niemand om heen kan. Verhalende poëzie geschreven vanuit het perspectief van een 15-jarig meisje waarbij foto’s van kleipoppen als illustratie zijn gebruikt. Weer een stap in de ontwikkeling van Van Lieshout, die succesvol blijft experimenteren. Helemaal niet gek om dat opnieuw te bekronen.

De Zweetvoetenman is van geheel ander kaliber maar niet minder uitzonderlijk. Het recht uitgelegd aan kinderen op een toegankelijke, geestige en zo uitgebreide manier dat het voor mensen van alle leeftijden een nuttig boek is. Zo’n boek was er nog niet en alleen dat voldoet al aan het criterium uitzonderlijk. Aan vormgeving en illustraties is uitzonderlijk veel aandacht gegeven. Uitzonderlijk inderdaad, waar ze bij de WPP zo van houden. Dit non-fictie boek lijkt bijna gemaakt voor de prijs en het zou me niks verbazen als Annet Huizing en Margot Westermann donderdag op het podium staan. En dan de Gouden Griffel naar Annet Schaap?

Een eigenzinnige poëziebundel, een uniek non-fictieboek over recht of een betoverend sprookjesachtig debuut. Ga er maar aan staan.