De dagboeken van Cassandra Mortmain – Dodie Smith, uitgeverij Karmijn. 12+
Als u denkt: ik ken die auteur ergens van, dat kan kloppen want ze schreef het wereldberoemde verhaal over de 101 Dalmatiërs. Maar dus ook deze klassieker onder de oorspronkelijke titel I Capture the Castle. Uitgeverij Karmijn liet het opnieuw vertalen door Hannie Tijman en zet heel slim een citaat van J.K. Rowling op het omslag die het één van haar lievelingsboeken noemt. Het stamt uit 1949 en werd begin deze eeuw ook al eens verfilmd. Een klassiek meisjesboek voor de liefhebber (waartoe ik mezelf niet reken) over de 17-jarige Cassandra die in een vervallen kasteel op het Engelse platteland woont en van wie het leven (lees: liefdesleven) drastisch verandert als er nieuwe buren op het naastgelegen landgoed komen wonen.Niet alleen geschikt voor een jong publiek trouwens, de Standaard schreef: ‘het zou jammer zijn als het publiek beperkt blijft tot jonge meiden’. De jonge uitgeverij Karmijn valt inmiddels op door de heruitgave van dit soort klassiekers voor jeugd en volwassenen, waarin vrouwen en meisjes de hoofdrol spelen. Karmijn bracht nog niet zo lang geleden met succes Anne van het groene huis opnieuw uit.
***
Xing Ya en Wu Wen gaan logeren, Jet Bakels en Thé Tjong-Khing, Gouden Boekje, Uitgeverij Rubinstein, 3+
Uitgeverij Rubinstein speelt handig op de mediastorm rond de panda’s in door razendsnel met een Gouden Boekje over het duo te komen. Xing Ya en Wu Wen krijgen een brief van de koning en koningin van Nederland die ze uitnodigt om in Nederland te komen wonen. ‘In ons land wonen veel koeien, maar een panda hebben we nog nooit gezien’. Ze twijfelen wel want zijn hagelslag en kaas wel net zo lekker als bamboe? Uiteindelijk besluiten ze toch maar te gaan en worden ze vorstelijk onthaald. Thé Tjong-Khing maakte de tekeningen, waarvan vooral die met heel veel dieren erop, niet onaardig zijn. Verder vooral commercieel handig natuurlijk, maar of het Gouden Boekje hier nou voor is bedacht?
***
Er zit een gat in mijn boek, Hervé Tullet, uitgeverij Lannoo, 1+
Een boek met een gat er in, waar kennen we dat ook alweer weer van? Van de winnaar van het Gouden Palet van 2016 natuurlijk: Het gat van Øyvind Torseter. Het gat in dit boek van Tullet is vele malen groter en vormt steeds het middelpunt van een zwart-wit tekening waarbij een vraag wordt gesteld, en soms ook een opdracht. Leuk voor kleuters maar ook een beetje gemakkelijk en nog geen fractie van de oorspronkelijkheid waarmee Torseter met het gat omging.
***
Gevaarlijk geheim, Jan Heeze, uitgeverij Leopold, 10+
De achterflap vertelt precies wat je van dit (tweede wereld)oorlogsboek kan verwachten. Een jongen die zijn illegale krantjes rondbrengt voor zijn oudere broer, die in het verzet rondbrengt, en daarbij door een vriendinnetje wordt geholpen, om minder op te vallen. ‘Wards broer moet onderduiken. Klasgenoten verdwijnen. Een joodse vriendin is in gevaar. De oorlog komt steeds dichterbij. En Minke ook…’. Een klassiek oorlogsboek, vanuit gedegen research deels gebaseerd op waargebeurde verhalen. In dit geval bijvoorbeeld twee meisjes jongeren die deden alsof ze verliefd waren op Duits soldaten. Een weinig verrassende maar nuttig en chronologisch verteld boek over feiten waarover misschien niet genoeg kan worden geschreven. Van Jan Heerze verscheen eerder Nergens meer veilig dat ook over de Tweede Wereldoorlog gaat.
***
Auto’s, van tweelingauto tot maanwagen en alles daartussen, Carl Johanson (uit het Zweeds vertaald door Bernadette Custers), uitgeverij Van Goor, 3+
Het boek begint met de perfecte om vervolgens meteen uit te waaieren naar de meest bizarre en creatief bedachte wagens: de dinosaurusauto, de ballonauto, de ufo-auto, de wolkenwagen, de donutauto en de google-mobiel, de sokauto en ga zo maar door. Niet alles is fantasie want er staan ook weer veel kraanwagen, kiepauto’s en tractoren tussen. Een kijkboek met bestaande en verzinauto’s dus. Niet geweldig getekend maar het zijn er wel héél veel.
***
Kill the boyband, Goldy Moldavsky, uitgeverij Leopold, 12+
Ik vind dit boek alleen al de moeite waard vanwege de tegendraadse titel. De eveneens opvallende ondertitel luidt ‘Hoe dun is de lijn tussen fan en freak’, en daarmee is het meeste wel gezegd. Vier meiden ontvoeren per ongeluk de minst leuke jongen uit hun favoriete boyband The Ruperts, waarvan alle leden Rupert heten. Vooral het relatief grove taalgebruik in het boek valt op: ‘kut’ en ‘eikel’ vliegen je om de oren. Dat past bij de niets ontziende houding van dit soort fans: voor de knappe zangers hebben ze alles over, de lelijke moeten het ontgelden. Als ze de ontvoerde jongen aankijkt zegt de ik-figuur: ‘Ik keek in de afgrond en de afgrond keek in mij. Met een glimlach op het gezicht. Rupert P’s gezicht was op zichzelf al een verschrikking, maar als hij glimlachte, was het een aanslag op mijn netvliezen’. Kill the boyband is niet bijster goed geschreven maar heeft door die genadeloosheid net even een andere insteek dan de meeste van dit soort chicklit.
***