close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
Leeftijd

Niemand wilde leven, maar we deden het toch – Onder de brug van Evelien de Vlieger

‘Onder de brug’ van Evelien de Vlieger, Querido, 15+

De 17-jarige Jowi was altijd al een ingewikkelde jongen. Dat valt op te maken uit de verhalen nadat hij in een plas bloed onder de brug is gevonden op de avond van 22 maart. Was het een zelfmoordpoging, een ongeluk, een gewelddadig incident? Het lijkt net weer wat beter te gaan na een periode waarin Jowi na een incident waarin hij uit zijn dak is gegaan tegen medeleerlingen door ze onder andere ‘kontlikkers van het systeem’ te noemen. Hij wil graag weer naar school want heeft het gehad met het nergens bijhoren: het kluizenaarschap wordt volgens hem zwaar overschat.

Jowi slikt antidepressiva en kruipt uit het duistere dal, al lijkt zijn toestand nog wat broos. Dat valt op te maken uit het verslag van de avond waarop hij in coma raakt. De vrienden ontmoeten elkaar op hun vaste hangplek in één van de pijlers van de brug. Ze drinken, maken grappen en spelen truth or dare. Er gebeurt nog veel meer die avond, maar wat precies tot de val van de brug heeft geleid, blijft onduidelijk.

Naast het verslag van die avond vanuit de beleving van Jowi, leest Onder de brug als een soort reconstructie vanuit verschillende perspectieven. Vrienden, bekenden en ouders reflecteren op hun eigen leven, hun verhouding tot Jowi en de anderen en halen herinneringen op. Het boek is veel meer dan een zoektocht naar wat er is gebeurd, al zitten er thrillerachtige elementen in. De hoeveelheid personages zit de focus gaandeweg het verhaal dwars, vooral de volwassenen (Jowi’s moeder en zijn schooldirecteur) zijn een overbodige dissonant.

Evelien de Vlieger weet juist de jongerenstem raak te treffen en ontpopt zich in dit boek als een Vlaamse evenknie van puberfluisteraar Erna Sassen. Rauwe en eerlijke gedachten en dialogen over seks en problemen, want ze hebben allemaal in mindere mate wel iets, in de sfeer van zoals Leo het noemt: ‘die fucking aandoening van de geest.’ ADHD, ADD, depressie of verslavingsgevoeligheid maar ook een ingewikkelde relatie met hun ouders (‘Waarom voelt hun rotzooi ook als de mijne’) of met elkaar. Jowi heeft een relatie met een meisje uit het vriendengroepje, maar ontmaagdt die avond het meisje op wie hij eigenlijk verliefd is. Zij vraagt hem halverwege te stoppen en weg te gaan. Is hij daarom van de brug gesprongen?

Het boek geeft de overlevingmodus van veel jongeren in deze tijd goed weer. ‘Niemand had verwachtingen, niemand dacht aan de dood, niemand wilde zelfs leven, maar we deden het toch’, zegt Jowi. De worsteling van jongvolwassennen met het leven wordt kaleidoscopisch inzichtelijk gemaakt en met name in die psychologische duiding zit de kracht van het verhaal. De Vlieger laat, meer nog dan in veel van haar vorige boeken, zien hoe stilistisch sterk ze is. De krachtige en eigentijdse dialogen en raak gekozen zinnen (‘ze zat helemaal alleen in een gammel sloepje dat steeds verder afdreef van alles en iedereen’) tillen het boek op.

De toedracht van het ongeluk blijft boven het verhaal hangen als een goed bewaard geheim, waar alle betrokkenen gedachten gevoelens bij hebben. Net als de lezer zelf.