close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur

Schaf de vlag en wimpels af (2) – verander het systeem

Twee weken terug postte ik een stukje over een interview waarin ik zei dat er wat mij betreft iets zou mogen veranderen aan de vlag en wimpels. In de titel gebruik ik de term afschaffen maar dat ligt wat genuanceerder. Op het blog van Ted van Lieshout van 31 juli jl. werd ik geschaard in het kamp van mensen die vinden dat er minder prijzen moeten komen, wat niet zo is. En NRC-recensent Thomas de Veen reageerde onder het vorige stuk uitgebreid met een aantal vragen. Om hem recht te doen en de discussie te blijven voeren, hier mijn antwoorden op zijn vragen en een poging mijn opvatting wat uitgebreider te verwoorden. Bij het vorige stukje was ik net terug van een vakantie aan zee en had ik mijn gedachten nog niet zo geordend en in de spontantiteit een wat onvolledig betoog afgeleverd, terwijl ik er natuurlijk van alles van vind.

Ik heb blijkbaar de indruk gewekt dat ik vind dat er minder boekenprijzen moeten komen. Dat hoeft van mij zeker niet. Ik vind prijzen belangrijk en als er goede redenen zijn om nieuwe prijzen in het leven te roepen, dan moet dat vooral gebeuren. Prijzen zijn er volgens mij om makers te bekronen voor hun geleverde prestaties, alle bijvangst in de vorm van publiciteit en verkoop is mooi meegenomen.

Thomas de Veen noemde mijn betoogje teleurstellend en stelde er een paar vragen over, waarbij hij laat aantekenen dat hij zelf in de Penseeljury zat, wat invloed op zijn oordeel kan hebben.

Thomas: Allereerst vraag ik me af: gaat het je enkel om de Vlag & Wimpels voor de Griffels, of ook om die van de Penselen? Dat het er te veel zijn lijkt me in dat tweede geval moeilijk hard te maken: waar de Griffeljury Vlag & Wimpels per categorie toekent, kent de Penseeljury geen categorieën en is ze gewoon gebonden aan een maximumaantal  van drie bekroningen. Zijn dat er ook te veel?

Jaap: Het gaat mij ook om de penselen en mijn belangrijkste punt is de onoverzichtelijkheid. Het onderscheid tussen griffels/penselen aan de ene kant en de vlag en wimpels aan de andere, vind ik te klein geworden.  Dat komt voor een deel door hoe de bekroonden en hun uitgevers met de prijzen omgaan. Vlag en wimpels worden vaak net zo groot of groter gevierd dan een griffel of penseel. Persoonlijk kan dat zo zijn natuurlijk: iemand die voor het eerst een vlag en wimpel wint, is misschien verheugder dan een auteur die zijn 12e griffel krijgt. Maar het vertroebelt in mijn ogen de waarde van de prijzen. Ik ben voorstander van een duidelijker systeem: bijvoorbeeld vijf zilveren griffels en vijf zilveren penselen waaruit dan 1 gouden griffel en 1 gouden penseel wordt gekozen. Het voorstel van Koos Meinderts om van de vlag en wimpels bronzen griffels en penselen te maken, en daar ook vijf van uit te reiken, die niet in aanmerking komen, is ook het overdenken waard. 

Thomas:  Ten tweede: wat is er onduidelijk aan de betekenis van het Vlag & Wimpel? Een eervolle vermelding is een vermelding die eervol is doordat een kundige jury erover heeft gediscussieerd en overeenstemming heeft bereikt, en daar lijkt me niets onduidelijk of troebel aan. Zoals een boek bij een andere prijs misschien wel de longlist haalt maar niet de shortlist, zo is een deel van de boeken een Vlag & Wimpel waard gebleken. Ik denk dat het bij de Griffels zo gegaan is: er bleef na schifting een aantal boeken over, en daaruit werden Vlag & Wimpels en Griffels gekozen. Samen vormen de begriffelde en bevlagenwimpelde boeken een aardige longlist van het kinderboekenaanbod van 2012

Jaap: Op zich is aan een eervolle vermelding weinig onduidelijk inderdaad. In dit geval worden ze echter op hetzelfde moment uitgereikt als de echte prijzen en worden ze ook gevierd als echte prijzen. Je moet goed ingevoerd zijn in de betekenis van de prijzen om ze op waarde te schatten. Het probleem zou ook opgelost zijn als ze gewoon 'eervolle vermelding' worden genoemd in plaats van vlag en wimpel. Dan weet iedereen wat er mee wordt bedoeld en is een deel van de onduidelijkheid weg. Als later op de achterflap staat: 'eervolle vermelding griffels en penselen 2011' is dat hetzelfde als 'longlist Librisprijs 2011', dan weet je dus dat het boek bij de jury opviel en gewaardeerd werd maar geen echte prijs heeft gekregen.

Thomas: Bij de Penseeljury weet ik dat het iets anders ging. Ook wij schiftten, maar ik zat in de jury die juist het 'longlistidee' wilde vermijden, en – juist door de aparte naam van de Vlag & Wimpels – besloot om er nog een extra betekenis aan te hangen, juist om er specifiek een aanmoedigingsprijs van te maken die originaliteit stimuleert. Voor een longlist was de bewegingsruimte te beperkt – daarvoor mochten er te weinig boeken bekroond worden. De nieuwe invulling werd in het juryrapport toegelicht: 'De jury heeft bij de toekenning van de eervolle vermeldingen in het bijzonder gelet op boeken die iets nieuws of onverwachts doen, waaraan een uitzonderlijk concept ten grondslag ligt of die in uitvoering zozeer afwijken dat ze de jury – naast om kwalitatieve redenen – opvielen.' Wat vind je van die invulling? Het gaat daarbij niet specifiek om een bekroning die de consument wegwijs maakt, wel één die de maker beloont. Is je dat specifiek genoeg? (Wat dat onverwachte, afwijkende dan precies is in deze gevallen, dat staat in de afzonderlijke juryrapporteringen.) Zegt dat je genoeg? En: is dit misschien een invulling die je bij de Griffels ook zou bevallen?

Jaap: Ten eerste vind ik het jammer dat er wederom weinig penselen zijn uitgereikt. Mijn idee zou zijn om daar een vast aantal van te maken en daar niet van af te wijken en dat ook voor de griffels te laten gelden. Vijf is een mooi getal en bij de griffels mogen wat mij betreft de leeftijdcriteria komen te vervallen.Verder vind ik de uitleg bij de eervolle vermeldingen die de penseeljury heeft gehanteerd een paar vragen oproepen. Zijn dat andere criteria dan die voor de toekenning van de penselen zijn gehanteerd. Wordt daarbij niet gelet op iets nieuws of onverwachts? Dat zijn in mijn ogen algemeen geldende criteria die een rol zouden moeten spelen. Daarnaast valt de opmerking 'daarbij gaat het niet specifiek om een bekroning die de consument wegwijs maakt', wel één die de maker beloont. Dat suggereert dat de penselen vooral zijn bedoeld als spoorboekje voor de consument en minder als bekroning voor de maker? Als dat het geval is, heb ik daar moeite mee. Prijzen zijn in mijn ogen altijd een bekroning voor de maker, zoals ik al stelde, en de rest is prettige bijvangst.

Thomas: Of moet het nog anders? Ik heb ervaren dat het zo werkbaar was, in de Penseeljury, al hebben we het niet nagelaten te vermelden dat we graag nog net iets meer boeken bekroond hadden. Wat betreft de Griffels heb ook mijn twijfels of hoe het nu gaat goed is (systeemkritiek dus, over de inhoud hebben we het even niet…). Mijn bezwaren hebben betrekking op het categorieënsysteem. Dát vertroebelt, dát werkt een onoverzichtelijke veelheid in de hand. Het argument vóór de categorisering is dat je een prentenboek voor kleuters niet kunt vergelijken met een leesboek voor tienplussers, en dat die op deze manier evenveel kans maken op een prijs. Tja. Dat lijkt me ten eerste aanvechtbaar en brengt je bovendien op een hellend vlak: hoever gaat de categorisering door?

Jaap: Ik ben het daarin volledig met je eens. Die categorisering vertroebelt en vergro. ot de onoverzichtelijkheid. Daarnaast is de leeftijdsaanduiding altijd triviaal, zoals dit jaar bij Zwarte Zwaan is gebleken. Jureren is per defintie appels met peren vergelijken, een goede jury moet in staat worden geacht daarmee uit de voeten te kunnen. Bovendien zijn er jaren dat er minder goede boeken voor 4+-ers zijn en heel veel goede boeken voor 10+-ers. Ik weet dat bijvoorbeeld Belgische jury's ook worstelen met die dwingende categorisering.

Thomas: De jury van de Libris Literatuurprijs weet feilloos historische romans met hedendaagse romans te vergelijken, novellen met uitwaaierende familieromans, boeken van mannen met boeken van vrouwen. Zij maken uit boeken die onder een gemeenschappelijke noemer vallen (literatuur) een beargumenteerde keuze – een longlist en een shortlist. Dat systeem is voor de Griffels helemaal niet zo gek: gooi alles maar op één hoop (gemene deler: boeken die geschreven/uitgegeven zijn met kinderen als beoogd publiek) en beoordeel de literaire kwaliteiten, dan houd je vanzelf een winnaar (Gouden Griffel), een shortlist (Zilveren Griffels) en een longlist (Bronzen Griffels, zoals Koos Meinderts suggereerde op Twitter) over. Of we noemen het gewoon zoals het is: Gouden Griffel, longlist en shortlist.

Je voorkomt daar in ieder geval de gedrochtelijke situatie van dit jaar mee dat er géén Griffel in de categorie poëzie werd uitgereikt, maar wél een Vlag & Wimpel – dat leek op een belediging. Als er in de categorie poëzie geen bekroning te doen was, had hij ook niet uitgeschreven hoeven worden. Een ander systeem had een galanter oplossing geboden: de poëziebundel had dan een mooie plaats op de longlist gehad, maar had het in een plaats op de shortlist moeten afleggen tegen betere boeken. Staat er een keer géén boek van een vrouw op de Libris-shortlist, dan zullen de boeken van mannen meer kwaliteit hebben gehad.

In feite verandert er dan weinig aan het systeem van eervolle vermeldingen, bekroningen en een winnaar, maar het systeem wordt er wel sierlijker van. Misschien leidt het uiteindelijk wel tot een kleiner aantal boeken dat een prijs krijgt – dat zij dan zo. Ik denk dat ik wel begrijp waarom men zo hecht aan een grote hoeveelheid prijzen: het geeft aandacht aan boeken. De Nederlandse massamediums met een vast publiek die structureel aandacht besteden aan kinderboeken zijn op een hand te tellen en de omloopsnelheid van boeken is hoog. In die wereld kan een prijs een boek een tweede leven geven – kán.

Maar werkt dat nog? Het kan ook averechts werken, zoals jij dat bij consumenten en boekhandels zegt te bespeuren: ze zien naar verluidt door de bomen het bos niet meer. Dus krijgt tóch niet elk bekroond boek aandacht. Die aandacht gaat uiteindelijk toch naar het boek dat wint – en zo hoort het bij een prijs.

Jaap: Ik ben een groot voorstander van de werkwijze die je hier in de eerste alinea opvoert. Alles op één hoop en daar de beste boeken uit kiezen en er een shortlist van maken. Zo werkt de jury van de Woutertje Pieterse Prijs, waar ik de afgelopen twee jaar zitting in had, ook al is daar weer het gebruik om geen shortlist te maken en louter de winnaar aan te wijzen. De jury's waar ik deel van uitmaakte, weken speels van die regel af door in het juryrapport enkele boeken te noemen die tot het laatst in de race zijn geweest. Dat is door uitgevers meteen opgepakt en in de publiciteit gebruikt als een 'eervolle vermelding'. Voor mijn gevoel doet een jury daarmee iets meer recht aan het enorme aanbod van appels en peren. En bij dit systeem is de onduidelijkheid volgens mij juist weg de overzichtelijkheid terug. Vijf genomineerden waarvan er één de hoofdprijs krijgt. Een bos met 5 bomen waarvan één tot in de hemel groeit, hoe overzichtelijk wil je het hebben. Of je ook met een longlist moet werken, betwijfel ik, dat vind ik ook bij de volwassen literaire prijzen weinig toevoegen en verhoogt juist weer het bomen en bos gevoel.

Daarnaast wil ik nog opmerken dat spelregels belangrijk zijn. Het CPNB heeft meerdere malen de regelementen aangepast, of ze niet strak gehanteerd, op verzoek van de jury. Dit jaar was dat weer het geval met Zwarte Zwaan, dat nu zowel een Gouden Griffel als een Gouden Lijst kan krijgen. Dat vind ik onverstandig. De organisatie moet leidend zijn, jury's zijn voorbijgangers en moeten niet naar eigen inzicht met de regelementen kunnen rommelen. Je kan zeggen dat wij dat bij de Woutertje Pieterse Prijs ook gedaan hebben door toch andere boeken in het juryrapport te noemen, we zijn echter niet op de vingers getikt door de organisatie.

Plaatje: