close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
10+

Komt Surinaamsche inboorlingen bekijken

Arend van Dam De reis van Syntax Bosselman. Verhalen over de slavernij Non-fictie
Van Holkema & Warendorf
Alex de Wolf
Waardering: 8.0

Arend van Dam kon tijdens het schrijven van dit non-fictieboek niet bevroeden hoe actueel het thema op moment van verschijning zou zijn. De discussie over racisme en ethniciteit is al een tijd bezig maar een paar van de hoofdrolspelers uit De reis van Syntax Bosselman stonden zelden zo ter discussie. Hebben  historische figuren als J.P. Coen, Maurits en Michiel de Ruyter nog recht op een standbeeld of verhullen we daarmee duistere bladzijdes in onze geschiedenis?

Van Dam verdiepte zich uitgebreid in de Nederlandse relatie tot slavernij en neemt de lezers mee in zijn research en opvallend genoeg ook in zijn dilemma’s. Dat laatste zegt veel over de gevoeligheid van het onderwerp en geeft een prettig soort openheid. Termen die vroeger normaal waren (slaaf, neger etc.) liggen nu veel gevoeliger. Moet hij die woorden vermijden of gaan kinderen ze dan juist gebruiken? Hier is geen alwetende deskundige aan het woord maar een zoekende schrijver die zich het onderwerp probeert eigen te maken en dat kan wat knullig over komen. Hij kan informatie niet vinden of krijgt geen antwoord op zijn mails en lijkt te verdrinken in de materie. Langzamerhand valt de vorm op zijn plek en komen de verschillende verhaallijnen samen al had het iets minder omslachtig gekund.

De geschiedenis van Syntax Bosselman is de rode draad van het boek. De 60-jarige Surinamer werd in 1883 naar Nederland verscheept voor de Wereldtentoonstelling in Amsterdam. Hij was in de veronderstelling dat hij een soort eregast zou zijn maar de werkelijkheid valt bitter tegen. Het Surinaamse paviljoen blijkt een circus met als affiche: ‘Surinaamsche inboorlingen. Dagelijks van 10 tot 5 1/2 uur te bezichtigen. Verschillende menschenrassen van Suriname. Waaronder: Arowakken en Caraïb-Indianen (de oorspronkelijke bewoners), Maronen of Boschnegers en Creoolse typen. De meeste rassen zijn voor de eerste maal in Nederland.’ Na de eerste schrik besluiten de 28 Surinamers toch maar mee te werken al blijft het moeilijk dat ze letterlijk tentoongesteld worden en de nodige spot over zich heen te krijgen. Bosselman dacht dat kleur na de afschaffing van de slavernij niet meer zo’n rol zou spelen maar komt van een koude kermis thuis. De witte Nederlanders vinden hem vooral interessant en curieus. ‘Hoe langer ik hier ben, hoe meer ik mij ga schamen voor de kleur van mijn huid’. Deze niet zo bekende geschiedenis rond de Wereldtentoonstelling wordt aangevuld met mooie historische foto’s.

De praktijk van de slavernij wordt in kaart gebracht aan de hand van verhalen over de VOC en de politiek en vanuit het perspectief van de bekende zeehelden. Het leven op de plantages, de slavenopstanden en het door Arthur Japin bekend gemaakte relaas van de prinsen Kwasi en Kwame, de zwarte prinsen met een wit hart. Het hoofdstuk over blanke slaven (Jan uit Zwaag) maakt de complexiteit van deze kwestie nog inzichtelijker. Ook in die tijd was het allemaal niet zo zwart-wit, een uitdrukking die het in dit geval uitstekend weergeeft. Van Dam vertelt er met nuance over en plaats het in de tijd, zonder het te bagatellisseren. Iedereen kan zo zijn eigen oordeel vormen. Van Dam probeert vrij nadrukkelijk bij te dragen aan meningsvorming. Het is geen geheim waar hij zelf staat, bijvoorbeeld in de kwestie over Zwarte Piet.

Van Dam is met zijn verhalende non-fictie populair bij kinderen en misschien wel wat onderschat. Met dit belangrijke boek zet hij zichzelf echt op de kaart. De manier van vertellen is stilistisch niet altijd even verfijnd maar kinderen zullen er niet om malen. Die worden van alle kanten bijgepraat over deze ingewikkelde materie  en het zijn nog interessante en spannende verhalen ook.

Tags : Andere landenbuitenlanddiscriminatiegeschiedenishistorieKinderboekNon-fictieracismeslavernijVroegerWeten en leren