Volgens sommigen is de Eerste Wereldoorlog een nogal onderbelichte episode uit onze geschiedenis en diegenen zullen dan ook tevreden zijn dat Marita de Sterck haar jeugdboek De hondeneters in die periode situeert. Ze beschrijft de 1241e tot en met 1247 dag van deze slepende oorlog vol ontberingen door de ogen van Victor die aan ernstige epilepsie lijdt en daarom niet naar het front hoeft en ook door zijn ouders nog eens met overdreven zorg wordt omgeven. Victor vertrouwt boven alles op Django, zijn hond (‘Een hond liegt zelfs niet terug als ze hem recht in zijn smoel beliegen’) die hem opvangt als hij onverhoeds tegen de vlakte gaat. Als Django wegloopt, zit er niks anders op om hem te gaan zoeken. De barre tocht door verschillende dorpjes levert een schrijnend tafereel op van de hongerwinter, waarin ook honden als voedsel dienen. De Sterck maakt aan het begin van de roman al duidelijk dat Django niet is opgediend, dus daar zit de spanning niet in. Het draait vooral om de ontwikkeling van Victor die eindelijk volop in het echte leven terecht komt en met liefde, dood en verdriet te maken krijgt.
De hondeneters is geen gemakkelijk boek, mede door het soms wat ontoegankelijke Vlaamse taalgebruik met termen als ‘verwittigen’. Maar het is een authentiek en misschien ook wel belangrijk boek dat op de leeslijst van middelbare scholen niet zou misstaan. Het is een boek met een zekere stugheid die ik soms even moest overwinnen maar juist die compromisloosheid kan ik in een jeugdboek wel waarderen. Niet de gemakkelijkste weg kiezen maar het verhaal vertellen op de manier die je voor ogen staat. Bij dit soort boeken ben ik altijd benieuwd naar de mening van jonge lezers; ik vraag me af of kinderen hier mee overweg kunnen. Maakt niet uit, het is ook uitermate geschikt voor volwassenen!
De hondeneters
Marita de Sterck