Kok Boekencentrum
Hilke Makkink
Dierentuinen in oorlogstijd, het is een onderwerp met een bepaalde magie waar al veel boeken over zijn geschreven. Joukje Akveld schreef het prachtige non-fictie Een aap op de wc (Hoogland & Van Klaveren, 2015 – Zilveren Griffel) over diergaarde Blijdorp tijdens de Twee Wereldoorlog. Met de oorlog in Oekraïne is het treurig genoeg opnieuw een actueel thema: leeuwen en tijgers die na een lange reis in Nederland worden opgevangen.
De gorilla en de jongen van Phil Earle is een fictieverhaal over de Londense dierentuin in diezelfde oorlog, een plek die ook een rol speelt in De tunnel van Anna Woltz. Van de Britse schrijver werden eerder Billy, Daisy en De jongen in bubbeltjesplastic in het Nederlands vertaald,over kinderen die geen of een ingewikkelde relatie met hun ouders hebben. Iets dergelijks is in dit boek ook aan de hand, al krijgen we daarover heel gedoseerd de achtergronden te weten. In ieder geval is Joseph in 1941 vanaf het Engelse platteland naar Londen gestuurd omdat het niet langer gaat bij zijn oma. Hij komt terecht bij de niet bepaald kindvriendelijke mevrouw F. die een dierentuin blijkt te beheren. Althans wat er nog van over is.
Earle bouwt het verhaal gestaag op, soms wel erg omstandig wat ten koste gaat van de vaart. Maar De gorilla en de jongen boeit. Een boek over een jongen die zich moeizaam tot mensen verhoudt maar wel het vertrouwen wint van de overgebleven gorilla in de dierentuin. Joseph’s ernstige dyslexie ondermijnt zijn zelfvertrouwen en bepaalt voor een deel hoe anderen tegen hem aankijken. Mevrouw F. prikt daar doorheen waardoor de twee gesloten karakters ondanks zichzelf, meer en meer naar elkaar toe groeien. Zeker als Joseph ontdekt waar de stugheid van zijn Londense gastvrouw vandaan komt.
Met enkele dramatische wendingen houdt Earle de aandacht tot het einde vast in een boek dat over de oorlog gaat maar net zo goed leest als een psychologische roman over weerbaarheid, veerkracht en vertrouwen.