Lemniscaat
De prinses op het omslag is een opvallende blikvanger met haar hoge oranje kapsel waarin een kroontje verstrikt zit. Lava zit zelf dan weer gevangen in een bijzonder systeem waaraan ze niet kan ontsnappen. Op haar dertiende wordt Lava koningin van een voor haar gereserveerd land, waarbij de reis ernaar toe een traditioneel onderdeel van de inauguratie is.
Lava vormt het reisverslag van een avontuurlijke trip waarin de aankomende koningin wordt begeleid door een jongen en zijn hond. Onderweg ontmoeten ze diverse personages die opdracht of advies geven. Lava is haar tweelingzus verloren tijdens een zwemongeluk en ziet tijdens de tocht haar verdriet en zichzelf onder ogen. Het boek is geschreven in de vorm van brieven aan haar zus, een confronterende en sterke vorm. Lava heeft zichzelf een beeld gevormd waarin haar zusje de onverzettelijke en duidelijke rol op zich nam. Ze typeert zichzelf als onhandig en chagrijnig, en het is dan ook niet gek dat ze denkt dat ze niet zo geliefd is en haar ouders blij zijn dat ze van haar af zijn.
De reis wordt een barre tocht naar een leven met meer hoop, waardoor hij een metaforische betekenis krijgt. Lava is een slim gecomponeerd psychologisch sprookje met trollen en draken in de traditie van Paul Biegel, over onmachtig rouwen en opdringerige herinneringen.
Stilistisch valt er soms wat op af te dingen, bijvoorbeeld in een matige metafoor waarin ze ‘zich in haar slaap omdraaide als een pannenkoek die nog niet gaar was’. Daar staat tegenover dat het knap is hoe Geus bijzondere woorden als desideratum en decisie in het verhaal verwerkt zonder dat ze in de weg zitten. De sterke opbouw maakt Lava tot een meeslepend en ontroerend boek waarin de kern van het schuldgevoel pas tegen het eind zichtbaar wordt. Waarom is juist zij van hen twee overgebleven?