close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
12+

Iedereen is wel eens even de weg kwijt

Lydia Rood Niemands meisje Jeugdboek
Leopold
Waardering: 8.5

In Niemands meisje van Lydia Rood verlopen de gesprekken tussen Liesbeth en haar therapeute als volgt: “Wat valt er te onderzoeken? Met mij is niks aan de hand. Even de weg kwijt….is dat nou zo? Iedereen is wel eens even de weg kwijt, toch?” (het eerste gesprek).

“Ben je er al uit of ik naar een gesloten inrichting moet. Gedwongen opname. Ik ben niet zo gestoord dat ik niet meer kan googelen hoor. Dat is wat we hier zitten te doen. Je probeert er achter te komen of je me op moet sluiten”. Therapeute: “Zou je dat willen?”. Liesbeth: ‘”p achterlijke vragen geef ik geen antwoord”. (het tweede gesprek).

Liesbeth kennen we uit Survival waarin ze zich staande probeert te houden in een zomerkamp voor probeemjongeren waar haar zelfmoordpoging mislukt. Jaren later komt ze na een ‘incident’ terecht in een inrichting. Het blijft onduidelijk wat er precies is voorgevallen, daar wordt pas tegen het eind meer helderheid over verschaft. Het is Rood nadrukkelijk niet te doen om dramatische gebeurtenissen. De focus ligt op de manier van denken en redeneren van getroebleerde en kwetsbare jongeren, door middel van vele transcripties van indidivuele gesprekken en verslagen van de groepstherapieën.

Niet vaak las ik zo’n levensecht verslag van de zieleroerselen van jongeren die slecht met het leven uit de voeten kunnen, al komt het werk van Erna Sassen er bij in de buurt. De therapiessies zijn rauw en confronterend. De groepsleden ontzien elkaar niet. Het is  raak en onthutsend omdat het dicht bij de werkelijkheid lijken te liggen. De gecomprimeerde verslagen zijn hier en daar wat al te nadrukkelijk aangezet, maar ze moeten haast wel een scherp beeld van hoe het er in veel jeugdinrichtingen en psychiatrische afdelingen aan toe gaat. Als geen ander weten de groepsleden elkaars zwakke (en sterke) plekken, valkuilen en manieren om weg te duiken en houden ze elkaar bij de les.  Met typische therapeutentaal als: “Ik hoor je zeggen dat….” en de bijdehante reacties van de cliënten en details over automutilatie en suïcide.

Rood gaat een flinke stap verder dan in haar vorige boek, dat niet noodzakelijk vooraf gelezen hoeft te worden, en dat is dapper maar vergt ook veel van de lezer. De therapiegesprekken met Liesbeth werken nogal eens op de zenuwen. Dat is precies zoals het vaak gaat. Een geduldige therapeut die begripvol blijft en een nukkige, brutale en bij vlagen onuitstaanbare cliënt. Maar het is evident dat het hier gaat om een adolescent die op jonge leeftijd al veel te beschadigd is geraakt. Ze moet opboksen tegen een onstabiele thuissituatie en een chronisch gebrek aan veiligheid. Liesbeth wil maar één ding: ergens bij horen. Tegelijkertijd stelt ze alles in het werk om dat te voorkomen, omdat het doodeng is. Om iemands meisje te zijn.

Dat mechanisme wordt door Rood ragfijn blootgelegd in deze gedurfde en  ongemakkelijke jeugdroman.

Tags : FamiliejeugdboekLiefde en vriendschapoudersproblemenpsychiatriepsychologieseksYoung Adultzelfmoord