close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur

De jongerenroman is niet eenvoudig te vangen

De eerste Boekenweek voor Jongeren gaat op 21 september voor start. Het is een evenement met een bijzondere voorgeschiedenis. Heel anders dan de Kinderboekenweek die er meteen op volgt en waar steevast veel enthousiasme en aandacht voor is; bij zowel de boekhandel, media als de consument. Als het gaat om kinderen tot 12 jaar zijn we blij maar hoe anders is dat bij de oudere groepen, zeker waar het gaat 15 – 18 jaar, de doelgroep van de Boekenweek voor Jongeren. Over het leesgedrag van die groep is het zuchten en steunen niet van de lucht, eigenlijk begint dat al als ze twaalf zijn. Ze lezen niet meer of ze lezen niet wat we willen. Veel campagnes, prijzen en andere pogingen om daar iets in te veranderen, veranderden in een spartelende wesp in een glas limonade.

Gelukkig wordt er niet snel opgegeven en dus is er nu het zoveelste initiatief: een Boekenweek voor Jongeren met een veelbelovende tour langs scholen en een nieuwe prijs. Over die prijs wil ik het hier hebben. Sinds de invoering in 2010 heb ik de literaire prijs voor jongeren, in de verschillende gedaantes, met veel belangstelling gevolgd. Aanvankelijk was de prijs bedoeld voor jongeren vanaf 15 jaar, tot misschien wel 30,  een beetje een ‘zo jong als je jezelf voelt’-criterium.

In 2010 ging de Grote Jongerenliteratuurprijs van start. In het jaar daarna was er vier edities lang sprake van de Diorapthe Jongerenliteratuurprijs. In 2015 werd het de Diorapthe Literatourprijs en vanaf dit jaar dus Het Beste Boek voor Jongeren. Volgt u het nog? Er hangt een geur van tragiek rond deze prijs en dat is jammer want het zou zo’n mooie prijs kunnen zijn. Nu valt de prijs ieder jaar vooral op door de commotie en discussie in plaats van door de winnaars.  Het lijkt me stug dat er mensen zijn die de winnaars van de afgelopen drie jaar op kunnen noemen. Ik help even:  De veteraan van Johan Faber, De ijsmakers van Ernest van der Kwast en Weg van Jowi Schmitz. Alle winnaars staan hier op een rijtje. Vooral de verscheidenheid valt op. Twee keer won een duidelijk Nederlands jongerenboek (De hemel van Heivisj van Benny Lindelau en Weg van Jowi Schmitz). Vaker gebeurde dat bij de vertaalde boeken met boeken van John Green, Jennifer Niven, Christian Frascella, Sarah Crossan en Rainbow Rowell).

Het debat over de jongerenprijs (nu dus ‘Het beste boek voor jongeren’) werd dit jaar aangewakkerd door uitgever Myrthe Spiteri van Blossom Books. Op een bijeenkomst van mensen uit het boekenvak hield ze een voordracht waarin ze ingaat op het dedain dat er in haar ogen is voor young adult. Daarbij verwijst ze naar zinsnedes uit het juryrapport waarin de jury  zegt ‘zich niks aangetrokken te hebben van marketingtechnische labels op boeken (zoals young adult) of door een bepaalde NUR-code. Er verschijnen immers veel mooie, literaire werken die niet specifiek voor jongeren zijn uitgegeven.’ Die zinnen vielen mij ook meteen op. Young adult een marketingtechnisch label noemen doet het genre te kort. Hier begint ook de verwarring alweer. Waarom is er wel een prijs voor boeken voor kinderen tot 12 jaar (de griffels, waarbij leeftijdscategorieën al jaren heel duidelijk worden gehanteerd) en wordt het genre boeken die voor 15-18 jarigen worden uitgegeven weggezet als een marketingtechnisch label. Daar gaat iets mis.

De jury zegt: ‘Het belangrijkste criterium was dat de protagonist als adolescent verwikkel. A is in een geloofwaardige queeste naar het eigen ik, in een originele, beeldende taal. Is het hoofdpersonage ouder, dan moet de terugblik op de leefwereld als jongere centraal staan, zodat identificatie met de hoofdpersoon voor een vijftien- tot achttienjarige mogelijk is.’ Zinnen die je twee keer moet lezen maar dan lijken ze wel hout te snijden. Al lijkt het expres wat vaag geformuleerd zodat de opties open blijven. De jongerenroman valt ook niet onder een hoedje te vangen. Maar de prijs is nu heel duidelijk bedoeld voor boeken voor 15-18 jarigen en dan is het wel weer gek dat YA zo nadrukkelijk buiten de boot valt. Dat begint met de zinsnede uit het rapport, die ik niet anders dan als een sneer naar het genre kan opvatten, en wordt doorgezet in de nominaties.

Bij de tien genomineerde boeken is er precies één boek dat als young adult is uitgegeven (te checken via de zogenaamde NUR, de Nederlandstalige Uniforme Rubrieksindeling). Alle andere negen boeken hebben een NUR boven de 300. Alleen The Hate U Give van Angie Thomas is echte young adult.  Alle Nederlandse boeken zijn niet expliciet uitgegeven voor jongeren.Bij de nominaties geen Lovebus van Tjibbe Veldkamp, geen Niemands Meisje van Lydia Rood en geen Er is geen vorm waarin ik pas van Erna Sassen. Die laatste won onlangs de Gouden Lijst in de categorie 12-15, om de verwarring nog groter te maken. En bij de vertaalde boeken niet de meest recente John Green, niet Het alfabet van Candice Phee of Onruststokers of Aristoteles en Dante en de geheimen van het universum. Kwalitatief hoogstaande literatuur voor jongeren boven de 15 en stuk voor stuk hadden ze niet misstaan tussen de genomineerde boeken.

Daarmee komen we bij de boeken die wel genomineerd zijn. Ik las ze in mijn vakantie omdat ik nieuwsgierig was naar de keuze van de jury. En vooral naar de vraag wat deze boeken jongerenliteratuur maakt.

Ik ga de boeken niet recenseren maar geef een zeer korte leesimpressie en tussen haakjes een oordeel over het jongerenliteratuurgehalte’ van 1 t/m 5.

Nederlandse boeken

Onder een hemel van sproeten van Alex Boogers. – Vanuit het perspectief van een 15-jarig meisje. Mooi boek. Boogers blijft een geweldig schrijver al sprak deze roman me net iets minder aan dan de vorige Boogersen. (4)

Duizend vaders van Nhung Dam. – Met pijn en moeite uitgelezen. Sommige boeken zijn blijkbaar niet voor mij geschreven. Nodeloos literair en ontoegankelijk. Perspectief vanuit een meisje van 10 en daarmee weinig raakvlak met de leefwereld van jongeren.  (2)

Het leven zelf van Roelof ten Napel. Indringende en poëtische roman over de vraag waarom Amos zelfmoord pleegde. Klein maar heel secuur verhaal vanuit verschillende perspectieven. (5)

Wij zeggen hier niet halfbroer van Henk van Straten. Een heerlijk, hilarisch boek waarin de schrijver terugkijkt op zijn jeugd in een unieke stijl. Vanuit het perspectief van een volwassene.  Mooi egodocument maar nauwelijks geschikt voor deze prijs. (2)

Aantekeningen voor het verplaatsen van obelisken van Arjan van Veelen. Ook vanuit het perspectief van een volwassene, die o.a. deels terukijkt op zijn studietijd. Ook met veel plezier gelezen maar qua jongerengehalte een –> (2)

  • Mijn favoriet is Roelof ten Napel, mijn voorspelling is dat Henk van Straten gaat winnen.

Vertaalde boeken

Ellebogen van Fatma AydemirVertaald door Marcel Misset –  Een boos Turks meisje rebelleert tegen haar eigen cultuur. Interessante materie en zeer actueel maar nogal rommelig en vrij beroerd geschreven. (5)

Laat los mijn hand van Edward Dockx. Vertaald door Dirk-Jan Arensman – Heerlijke road novel over drie broers die de laatste dagen van hun vader meemaken. Aanrader maar qua jongerengehalte een –> (2)

Montpelier parade door Karl Geary. Vertaald door Jan Fastenau. – Speelt in Ierland in een achterstandsmilieu. Middelmatig boek vanuit het perspectief van een 16-jarige (3)

Sara Nović: Wie het mooist valt van Sara Nóviç.  Vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap. – Debuut dat met recht een coming of age kan worden genoemd. Een jonge vrouw die in Amerika woont, keert terug naar Kroatië om de invloed van haar jeugd te onderzoeken (4)

Angie Thomas: The Hate U Give  Vertaald door Jasper Mutsaers. –  Rauw verhaal over Black Lives Matter dat onder de huid kruipt. Actueel en belangrijk. (5)

  • Mijn favoriet is Angie Thomas, mijn voorspelling is dat Fatma Aydemir gaat winnen.

Het mooie van’Het beste boek voor jongeren’ is dat uiteindelijk jongeren er zelf over gaan. Niet via een poll maar middels een echte jury, die dan wel weer is veroordeeld tot deze boeken, die een vakjury van volwassenen voor hen selecteerde. Waarom niet andersom eigenlijk? Of een gemengde jury? Na het lezen van de genomineerden ben ik me nog meer gaan afvragen wat er precies mis is met young adult.  De genomineerde boeken zijn gemiddeld  literairder en vaak wat minder toegankelijk en weerbarstiger. Misschien wordt dat als een criterium gezien. En de adolescenten in de boeken zijn doorgaans inderdaad verwikkeld in een ‘geloofwaardige queeste’, geloof ik. Al is dat niet in alle boeken even duidelijk.

Nu lijkt het er toch op, wat Myrthe Spiteri nog wat steviger formuleerde, dat de jury jongeren in een literaire mal wil duwen. Dat zou wel eens ten koste kunnen gaan van het leesplezier. Ik was op mijn vijftiende al een fervent lezer maar veel van de genomineerde boeken zou ik met zekerheid niet hebben uitgelezen. Te high brow en te ver van mijn bed.

Het blijft een lastige discussie. Ik ben er zeker geen voorstander van om de keuze te vernauwen tot louter expliciete jeugdboeken. Maar het gevoel blijft achter dat ze over het hoofd worden gezien. Er worden prachtige boeken geschreven die nou eenmaal net iets explicieter voor jongeren zijn geschreven. En die ook echt aan het criterium voldoen dat de vakjury zo formuleerde: ‘Een goede roman voor jongeren moet schuren, je aan je lurven het verhaal intrekken, confronteren, vragen oproepen en aanzetten tot discussie. Zo’n roman biedt een veelzijdige, verfrissende en verrijkende blik op jezelf, de ander en de wereld.’