Ploegsma
Ingrid Buthod-Girard
In het museum van Manchester staat het skelet van Maharadja tentoongesteld. De olifant hoorde eind negentiende eeuw bij een rondtrekkend circus en werd op een veiling in Edinburgh verkocht aan de dierentuin van de Engelse stad. Nadat Maharadja de transportwagen sloopte, besloten zijn begeleiders de tocht van Edinburgh naar Manchester per voet af te leggen.
Schrijfster Jane Kerr uit Wales gebruikte dit gegeven voor haar tweede kinderboek waarin het waarheidsgehalte ophoudt bij de voettocht en ze tal van elementen toevoegt. Kerr haalt het onderste uit de kan in een spannend avonturenverhaal over een weddenschap waarin bedrog, sabotage, diefstal, een brand en een rechtszaak over elkaar heen rollen. De jonge zakkenroller Boy is ondanks zichzelf ineens het middelpunt van landelijk nieuws. Per toeval raakt hij op de veiling betrokken bij de weddenschap rond de voettocht. Als blijkt dat hij een soort olifantenfluisteraar is, wordt hij voorgesteld als een Indiase prins en begeleidt hij het dier naar zijn nieuwe bestemming.
Onderweg gebeuren er krankzinnige en spectaculaire dingen, natuurlijk op het randje van geloofwaardig, maar dat mag in zo’n avontuur. Het schematische en ouderwets aandoende verhaal is onderhoudend en meeslepend. De innige band tussen de jongen en de olifant is de sterke troef. Boy heeft in zijn leven nooit op mensen kunnen vertrouwen, en ook tijdens de voettocht ligt verraad aan de oppervlakte. Maar met Maharadja communiceert hij op een andere manier. Ze voelen elkaar blindelings aan en eindelijk heeft Boy iemand die hem niet bedriegt of in de steek laat.
Een verhaal met letterlijk en figuurlijk een kop en een staart. Niks meer aan doen en ook geen volgend deel alsjeblieft, maar dat ligt er natuurlijk al want succes moet tegenwoordig worden uitgemolken.
