Jan Wolkers bivakkeert in 1971 een week in zijn uppie op het onbewoonde eiland Rottumerplaat voor een radioserie. Hij bekommert zich om een jonge moederloze zeehond en ontfermt zich over een jonge scholekster met een gebroken poot. Hij spalkt het pootje en de vogel overleeft het kleine drama.
De foto van de scholekster inspireerde Marion de Man bij het maken van haar eerste prentenboek waar columnist en schrijver Jonathan van het Reve de teksten bij schreef. Het stickertje op de voorkant vertelt dat het ‘over de scholekster van Jan Wolkers’ gaat maar dat is niet waar. Het boek gaat over een scholekster met een gebroken pootje maar met het verhaal van Wolkers heeft het weinig te maken behalve dat er ook strand en zee in voor komen. De scholekster heet Piet en hij wordt door Paul op zijn skateboard aangereden. Paul neemt Piet mee naar huis, spalkt de poot van Piet en als Piet weer kan lopen worden ze vrienden.
De scholeksters op de tekeningen zijn enorm uit verhouding (Piet is bijna net zo groot als Paul) wat ze geen vriendelijke uitdrukking geeft en zeker kleuters niet erg zal aanspreken. Het verhaaltje over de vriendschap met een vogel wellicht wel maar De Man heeft weinig met het gegeven gedaan. De teksten van Van het Reve zijn een schoolvoorbeeld van overbodigheid. Vrijwel iedere prent wordt uitgelegd met een voor de hand liggend lulverhaaltje: ‘Opeens begint het te regenen. Hola, proest Piet, ik word helemaal nat.’ Tja, de oplettende lezer had al gezien dat de scholekster door enorme druppels loopt en het niet droog houdt. Het is onbegrijpelijk dat Van het Reve niet verder kwam dan dit soort armoedige zinnetjes. Het boek leest uitstekend zonder tekst, al moet je van de prenten houden. Mijn smaak is het niet.
Die foto van Wolkers is een grappig gegeven, meer is het dan ook niet. Het enige heuglijke aan dit boek is dat de illustrator meer credits krijgt dan de schrijver, wat vaak andersom is.
Hoe Paul (per ongeluk) de poot van Piet brak
Jonathan van het Reve
Marion de Man