close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
12+

Mee schuifelen met de anderen

Yorick Goldewijk Duizend & ik Jeugdboek
Ploegsma
Yvonne Lacet
Waardering: Interessant thema en stilistisch sterk

Het is een puzzel waarvan het laatste stukje pas in het slothoofdstuk wordt gelegd. Het hele boek door blijft het raadselachtige wie er aan het woord is en waar de hoofdpersoon verblijft. Is dit een toekomstroman, zoals Ogen van tijgers van Tonke Dragt, waarmee het gelijkenissen vertoont, of is het een commentaar op een dictatuur als die in Noord-Korea? Of is het hele boek wellicht een hallucinante droom? Er zijn aanwijzingen en vermoedens maar de auteur kiest ervoor pas in de slotfase duidelijkheid te verschaffen. Een lastig boek om te bespreken want het is bijna onmogelijk te reflecteren zonder de plot weg te geven.

De schrijver die de recensent hiermee opzadelt is Yorick Goldewijk, die vorig jaar toch wel verrassend de gouden griffel ontving voor Films die nergens draaien. Twintig jaar geleden legde hij de basis voor Duizend & ik, wat volgens hem toen nog een tragisch sprookje over liefde was. Het zal voor de fans van het griffelboek wennen zijn. Goldewijk tapt uit een ander vaatje al maakt hij wel weer gebruik van enkele surrealistische elementen.

Toch een poging er iets over te zeggen zonder te spoileren. De hoofdpersoon heeft een getal als naam: Acht. Ze woont in een wooncel in een van de vele torens van de stad Surdus en beschrijft haar leven als een monotone herhaling van zetten. Iedere dag vertrekt ze met de trein naar haar werk, waar ze dezelfde schijnbaar zinloze en geestdodende handelingen verricht: antwoord geven op al te simpele vragen. Contact met anderen, die dezelfde witte kleding dragen, is er niet; niemand kijkt elkaar aan. Er is sprake van bezielde mensen die wel een zinvol bestaan hebben en de angst om een dwaler te worden, als dat gebeurt, is er sprake van ‘beëindiging’ (lees: executie). Toezicht en controle is overal: er klinkt een bevelende stem uit luidsprekers, er zoemen een soort drones (de Zieners) boven de hoofden en de ‘Principes’ zijn leidend. Wees behulpzaam en ondergeschikt is het adagium. Acht omschrijft haar bestaan als ‘mee schuifelen met de anderen’.

Goldewijk zet een klinische omgeving neer  waarbij hij inzoomt op Acht bij wie langzaam iets aan het veranderen is. Ze kan bepaalde gevoelens (vooral woede) niet meer onderdrukken en heeft gedetailleerde beelden in haar hoofd van dingen die ze nooit eerder heeft gezien. Acht heeft heimwee naar een leven dat niet het hare is. Als ze plots met een ander contact maakt, de Duizend uit de titel, voelt dat alsof er een opening in haar hersenen ontstaat waarachter veel meer ruimte is. “Alsof ik mijn bestaan altijd in een kast heb doorgebracht waarvan plotseling de deur opengaat.” Ze ergert zich er ook direct aan dat ze toegeeft aan verlangens en vraagt zich af wat ze aan moet met al gedroom en gemijmer. Het is min of meer de sleutelscene en daar valt dus van alles over te zeggen, als het niet de crux zou verraden.

Daar zit ook de grote vraag over dit boek. Is de cryptische insteek een gouden, op zijn minst sterke, greep of is het minder geslaagd en onnodig.  Voor beide valt iets te zeggen en bij mij slaat de balans enigszins door het laatste. Met de kennis uit het laatste hoofdstuk blijkt Duizend & ik bij herlezing eerder aan kracht te winnen dan in te boeten en voelt het actueler aan, en zet het al tijdens het lezen aan tot nadenken over ethiek en vooruitgang. Beetje cryptisch allemaal, maar daarvoor moet u bij de auteur zijn.

Goldewijk kiest na het prijswinnende bestsellersucces in ieder geval niet voor de gemakkelijkste weg en dat is een soort van dapper.  Duizend & ik is stilistisch sterk en zorgvuldig en vooral een intrigerend boek om over door te filosoferen. Over de vorm maar ook over de inhoud.