Een tijger in de trein van Mariesa Dulak, illustraties Rebecca Cobb, vertaling Bette Westera, Querido, 4+
Dit geloof je nooit, vertelt het jongetje aan de lezer. Hij gaat met zijn vader een dagje naar zee met de trein en warempel: er stapt ook een tijger in. Op de eerste illustratie is het jongetje tussen een woud van benen te zien en verrek: ook een tijgerpoot. Het kinderperspectief wordt consequent uitgewerkt in de rest van het verhaal waarin nog een heel stel dieren de trein binnenkomt. Krokodillen, nijlpaarden, een varken met negen jonge zwijntjes en aangeklede hondjes. Het is een drukte van belang, er is alleen één dingetje: de vader van het jongetje krijgt van dit alles niks mee want hij is alleen maar met zijn mobiele telefoon bezig.
Het fantasievolle boek leest als een vrolijke aanklacht tegen ouders die hun kinderen vergeten doordat ze te druk zijn met de digitale wereld. Het donkere jongetje heeft trouwens als vanzelfsprekend een witte vader, een fijn detail. Bette Westera zorgde voor de vertaling in versvorm en rijmt zoals zij dat kan: twee aangeklede hondjes met driftig kwispelende kontjes. Bijzonder: grijzig blijkt te rijmen op op ‘bij zich’.
Op de illustraties wordt de vrolijke beestenboel in de trein op een grote prent afgezet tegen kleine tekeningen van de onverstoorbare vader en zijn mobiel. Tegen het einde grijpt de tijger in en kiest de vader noodgedwongen eieren voor zijn geld. Illustrator Rebecca Cobb blijft niet binnen de lijntjes, wat het gevoel van een overvolle treincoupé versterkt. Een kolderiek prentenboek dat erom schreeuwt voorgelezen te worden door ouders die in ieder geval op dat moment niet met hun telefoon bezig kunnen zijn.