‘Eerst was er niks en toen kwam jij.’ Het jongetje in dit boek is het zoontje van Adje en Eefje die door twee dieren zijn gevonden, in een kooitje worden gestopt en vervolgens vrijgelaten. Eerst waren er dus de dieren en daarna pas de mensen. Het jongetje is de ‘jij’ uit de titel die uiteindelijk verantwoordelijk is voor de schepping; op de eerste dag maakt hij een landschap en op de tweede dag een auto. Alles wat hij wil, kan hij zelf maken.
Een interessant en onderhoudend boek dat een originele visie op het scheppingsverhaal biedt. Een subtiel spel rond grote vragen als ‘waar komen we vandaan’ en ‘wie was er het eerst op aarde’. Een vlag en wimpel voor Hopman en een Zilveren Griffel voor Daan Remmerts de Vries die waarschijnlijk niet omgezet wordt in een Gouden. Want als er een prentenboek die prijs wint dan is dat waarschijnlijk het boek van Gerda Dendooven, waarover de volgende recensie gaat. De Vries gebruikt geen woord teveel en speelt knap met het perspectief van de ‘jij’, waardoor lezers zich heel direct aangesproken kunnen voelen.
Hopman lijkt fotomateriaal te gebruiken in sommige prenten, wat een verrassend effect van helderheid geeft en voor een prettig soort verwarring zorgt. Is die boom er nou ook in geshopt? Zowel tekeningen als tekst zetten de lezer op het verkeerde been. Er gebeuren rare dingen in dit boek dat het scheppingsverhaal op zijn kop zet maar ook weer niet. Tot op driekwart is het ijzersterk boek, het obligate slot had wat mij betreft niet gehoeven.
Voordat jij er was
Daan Remmerts de Vries
Philip Hopman