Hoogland & Van Klaveren
Femke Blekkingh-Muller
Redelijk onverwacht kreeg de Noorse schrijver/tekenaar Stian Hole dit jaar een Zilveren Griffel voor Garmanns straat. Hij is geen Nederlander dus maakt geen kans op de Gouden Griffel. Hole maakte dit boek al in 2008, het is nu pas uitgegeven in Nederland als opvolger van Garmanns Zomer dat de Bologna Ragazzi Award, Brage Prize en de Deutsche Jugendliteraturpreis won, net de minste prijzen. Toch bleef het boek in ons land zo goed als onopgemerkt en kreeg na enige tijd slechts aandacht in het Parool. Ook ik moet mijn hand in eigen boezem steken, zelfs dit nieuwe album had ik terzijde gelegd. Zeer onterecht want Garmanss straat is opvallend en bijzonder. Een boek waarvan de vervreemdende sfeer doet denken aan het werk van Shaun Tan maar het is vele malen verhalender.
Garmann woont in een straat waar Roy de dienst uitmaakt. Hole maakt dat duidelijk met deze zin: ‘Roy is de koning, de generaal, het parlement, God, de topscoorder van het voetbalteam en in alles het best’. Aan het eind van de straat woont de Postzegelman, volgens Roy een griezel die babypoesjes doodmaakt. Hij dwingt Garmann min of meer de tuin van de zonderling in de brand te steken wat onvermoed het begin is van een vriendschap tussen de jongen en de man. ‘Je bent er tenslotte niet van door gegaan’, is voor de Postzegelman een goede reden om de jongen zijn laffe daad te vergeven. Ze blijken elkaar te vinden in hun verzamelingen: de één spaart postzegels, de ander heeft een herbarium.
De griffeljury stelt dat het boek zich ‘kenmerkt zich door een poëtische stijl met grote aandacht voor het detail’. Dat valt wel mee, van dat dat detail, vind ik maar die poëtische stijl, daar zit wat in. De tekst is niet het hele boek door stijlvast, er staat veel tussen de regels door, dat zeker. Met een paar zinnen weet Hole een hele wereld op te roepen. Het verhaal loopt aan het einde een beetje weg als Garmann en de Postzegelman vervallen in mijmeringen over oneindigheid en grote getallen. Mensen denken iedere dag 50.000 gedachten, het is 440 stappen naar school en in de 30.000 dagen die een mens gemiddeld leeft, ontmoet hij ongeveer 200.000 mensen. De betekenis van die zinnen blijft zweven, net als bijvoorbeeld de bladblazer die het gezicht van Elvis Presley heeft gekregen. Grappig, opvallend, maar waarom? De prenten zijn uiteindelijk sterker dan de tekst en een prijs voor de illustraties was meer op zijn plek. Sterke beelden met fotografische elementen en een melancholische ondertoon. De tekening waar mensen aan parachuutjes uit de hemel vallen (“Op weg naar huis denkt Garmann aan alle mensen die hij nog zal ontmoeten’) is een kunstwerk.
De gezichten zijn vaak een beetje eng als de metamorfose van de twee hoofdpersonen opvallend, ze worden steeds zachtaardiger. Dat tekent het verhaal van een bijzondere vriendschap van twee verwante geesten. De griezelige man in de straat blijkt een vriend en de intimiderende jongen is uiteindelijk een laffe bangerik.
Garmanns straat
Stian Hole
Femke Blekkingh-Muller
Hoogland & Van Klaveren