close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur

Gouden Griffel 2018: Annet Schaap gaat voor de hattrick

Het lijkt op voorhand niet heel spannend te worden, dinsdagavond  in de Meervaart bij de uitreiking van de Gouden Griffel. Het interessantste is misschien wel hoe de organisatie omgaat met de snoeiharde kritiek op het juryrapport . Dat werd niet geheel ten onrechte in het NRC  gefileerd en was kort daarna van de website van het CPNB verdwenen. De kop van het NRC-verhaal ‘Kan de jury wel lezen?’ doet de jury geen recht. Het gaat hier om de vraag waarom zo’n rapport geen betere auteur en eindredactie krijgt. De matige schrijfstijl van de auteur van het rapport zegt weinig over het beoordelingsvermogen van de jury.

Die deelde tien Zilveren Grifels uit waarbij de gedoodverfde winnaar voor de Gouden Grifel 2018 uiteraard Lampje van Annet Schaap is. Na de Nienke van Hichtum Prijs en de Woutertje Pieterse Prijs lijkt Schaap de zeldzame hattrick te scoren. Ze kan het zelfs vervolmaken tot een kwartret als daar volgende maand de Boekenleeuw (de grootste Vlaamse kinderboekenprijs, waar ook Nederlandse boeken voor in aanmerking komen) nog bij zou komen. Daarmee komt Schaap in een heel bijzonder lijstje, waarin ze opvalt omdat ze een debutante is. Het gebeurde niet eerder dat een debuut zo veelvuldig werd bekroond.

Alleen Peter van Gestel wist eerder de drie grote Nederlandse jeugboekenprijzen in de wacht te slepen voor zijn boek Winterijs uit 2001. Drie andere auteurs sloegen met hun boek de dubbelslag door zowel de Woutertje Pieterse Prijs als de Gouden Griffel te winnen: Zwart als Inkt van Wim Hofman in 1998, Het geheim van de keel van de nachtegaal van Peter Verhelst en Carll Cneut (2009) en Doodgewoon van Bette Westera en Sylvia Weve (2015).

We kunnen Schaap er al bijna aan toevoegen maar jury’s hebben wonderlijker beslissingen genomen en er is natuurlijk wel enige concurrentie. Die lijkt vooral te komen uit de non-fictiehoek. De andere schrijvers mogen hun Zilveren Griffel koesteren. Twee van hen hebben trouwens al een gouden exemplaar. Die van Joke van Leeuwen stamt alweer van dertig jaar geleden (voor Deesje). Toen ik is een typisch en goed Joke van Leeuwen boek maar geen nieuwe hoogtepunt in haar oeuvre. Dat geldt ook voor Bette Westera die zelf met het fenomenale Doodgewoon de lat torenhoog heeft gelegd en daar met het degelijke Was de aarde vroeger plat? niet aan tipt. Alleskunner Edward van de Vendel heeft een indrukwekkend aantal prijzen gewonnen waaronder twee keer de Woutertje Pietertje Prijs en maar liefst 9 Zilveren Grifels. Maar hij won nog nooit een Gouden Griffel.  Dat zal waarschijnlijk niet veranderen, de stripgedichten uit De zombietrein zijn origineel en van hoge kwaliteit maar kunnen nauwelijks worden los gezien van de illustraties.

Pim Lammers schreef met Het lammetje dat een varken is een boek dat vooral opvalt door het precaire onderwerp dat niet op die manier wordt benoemd. Maar dat zal niet genoeg zijn. Dat geldt ook voor Tjibbe Veldkamp die met Handje? misschien wel de verrassendste winnaar van een Zilveren Griffel was. Misschien valt de jury voor het poëtische Het gelukkige eiland van Marit Törnqvist maar dat boek moet het vooral van de prenten hebben. Het in mijn ogen  onderschatte Sabel van Suzanne Wouda is een schitterend en waardevol kleinood over de Tweede Wereldoorlog, dat veel meer lezers verdient. Maar een Gouden Griffel zou een daverende verrassing zijn.

Blijven over de twee non–fictieboeken, waarvan het sterk geschreven Afrikaboek Wij waren hier eerst vooral opvalt door de uitgesproken toon over de spanning tussen mensen en dieren. Joukje Akveld reist momenteel door Afrika voor een volgend boek en zal niet bij de uitreiking zijn. De meeste concurrentie voor Lampje lijkt van De zweetvoetenman te komen. Het boek van Annet Huizing over onze rechtsstaat had dan eigenlijk weer een grotere kans op de Woutertje Pieterse Prijs, omdat de jury daar op alle facetten van het boek let. Dus ook illustraties, vormgeving en de rest van de uitvoering.

De Gouden Griffeljury kijkt alleen naar de tekst en dan is het betoverende sprookje Lampje bijna niet te passeren. Het is het lot van sommige schrijvers, dat je ijzersterke boek verschijnt in een jaar dat een ander boek net nog iets meer in het volle licht staat. Annet Huizing lijkt de Joop Zoetemelk van 2018 te worden. En Annet Schaap? Die is eigenlijk met niemand te vergelijken. Haar verhaal blijft een sprookje waar maar geen eind aan komt, al moeten we nog even tot dinsdagavond wachten.