close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
12+

Een leugen blijft nooit lang alleen

“Iemand die voorgoed vertrekt, laat een andere stilte achter dan iemand die van plan is ’s avonds gewoon weer thuis te komen”, constateert Charlie op de eerste bladzijde van Leugenaar Leugenaar. Haar vader gaat er vandoor op de ochtend van haar dertiende verjaardag. Als een donderslag bij een soort van heldere hemel. Het moet wel de schuld zijn van haar moeder, die heeft haar vader weggepest, denkt ze. De boosheid van Charlie richt zich in eerste instantie dan ook op haar.

Want Charlie is kwaad. In het kwadraat. Ze is ‘keelknijpend woedend’. En dat neemt niet af. Sterker nog: ze wordt steeds kwader. Op haar moeder die maar opgewerkt blijft doen. Op haar vriendin Liv met haar zoete praatjes over haar eigen vader die nooit thuis is. Op klasgenoot Kat die haar pest en uitdaagt. En op haar vader die al heel lang bleek te liegen. Alleen oma Sonja, bij wie ze iedere dag voor school even langsgaat, kan bresjes in haar schild van razernij slaan.

Herman van de Wijdeven debuteerde met het broeierige Zoals het gebeurd is en stapte met het sprookjesachtige en zwaar ondergewaardeerde Meneer Jules of het einde van alles over naar uitgeverij Querido. Leugenaar Leugenaar zou wel eens zijn doorbraak kunnen betekenen. Een puberroman in Scandinavisch-Nederlandse traditie die doet denken aan boeken van Erna Sassen en Zwarte Zwaan van Gideon Samson.

Boeken over die vermaledijde puberteit. De levensfase waarover oma Sonja treffend zegt: ‘Het is toch een soort ziekte, de puberteit, gaat vanzelf weer over.’ Charlie is niet zonder reden boos. Haar ouders hebben belangrijke dingen verzwegen, of keihard gelogen, in de perceptie van Charlie. ‘Sorry, dat ik niet zo goed kan liegen als jullie. Ik ben het nog aan het leren’, zegt ze in een van de verhitte gesprekken met haar moeder. IJzersterke dialogen waarbij de puber op het randje van wijsneuzerigheid zit:  ‘Ik was meteen de baas van het gesprek’. Ze is geen kind meer al blijven de volwassenen om haar heen beweren dat ze dat wel is en zo moeilijk uit haar schulp kruipt.

Soms gaat Van de Wijdeven over het randje met teveel volwassen zelfreflectie. Hij laat Charlie denken dat ‘een jaar in het leven van een dertienjarige is een eeuwigheid is’ want er kan immers zoveel in veranderen. Geen logische gedachten voor een meisje dat nog midden in de puberteit zit. Maar haar woede is authentiek en adembenemend en maakt haar tot een fascinerende bom van gevoelens die ieder moment kan ontploffen. Dat gebeurt dan ook een paar keer waarbij ze bijna opgewekt constateert ‘dat de woede het mag overnemen’. Er is geen houden meer aan.

Natuurlijk gaat er verdriet en pijn achter schuil. Die krijgt in het tweede deel van het boek meer ruimte als Charlie verstrikt dreigt te raken in haar eigen leugens rond een incident op school. De uitleg over de toren van leugens die ze opbouwt en begint te wankelen, is uitleggerig en een typisch gevalletje van: laat het zien en vertelt het niet. Je kunt mensen nooit echt kennen omdat ze liegen over wie ze zijn, is haar conclusie. Die overtuiging brokkelt langzaam en geloofwaardig af. Ze kan niet in de woede blijven hangen. Van de Wijdeven overtuigt met dit knappe puberportret met een paar verrassende wendingen.

 

8.5

 

 

Tags : FamiliegrootoudersjeugdboekLiefde en vriendschapomaproblemenRuzie en pestenscheidingSchoolvaderwoede