Voor het eerst in tien jaar heeft een Nederlandse schrijver de Duitse Jeugdliteratuurprijs gewonnen. Het was de twaalfde Nederlandse winnaar in de 60e editie van deze prijs. Edward van de Vendel mocht de prijs in de categorie prentenboek vrijdag op de Frankfurter Buchmesse in ontvangst nemen voor Der Hund, den Nino nicht hatte, de Duitse vertaling van Het hondje dat Nino niet had. Hij maakte het boek samen met illustrator Anton Van Hertbruggen, het boek werd vertaald door Rolf Erdorf. Van Hertrbruggen won voor de illustraties in het prentenboek ook al het Gulden Palet en de Boekenpauw, opvallend voor een debutant.
Erna Sassen was ook genomineerd met Dit is geen dagboek (Das hier ist kein Tagebuch) maar zag de prijs in de categorie jeugdboek naar haar Duitse collega Kirsten Fuchs gaan voor Mädchenmeute. Meest opvallende winnares is Haifaa al-Mansour uit Saoedie-Arabië met haar boek (dat oorspronkelijk een film was) over het meisje Wadjda, dat in het streng-Islamitsche land omgaat met de regels en voor haar vrijheid vecht. Hopelijk kijkt een Nederlandse uitgever hier nog even naar.
De Duitse staatprijs is niet alleen de belangrijkste voor jeugdboeken in Duitsland, maar is ook internationaal een van de meest invloedrijke. Er is onder Duitse schrijvers een langlopende discussie over de veelvuldige toekenning van de prijzen aan buitenlandse schrijvers, wat in hun ogen geen recht zou doen aan de Duitse jeugdliteratuur. Over de afgelopen jaren is de toekenning ongeveer gelijk verdeeld, bij deze editie gingen drie van de vijf prijzen naar Duitsers. De Duitse schrijver Klaus Kordon (73) kreeg meer dan terecht een oeuvreprijs. Hij schreef een adembenemende trilogie over de Tweede Wereldoorlog, waarvan twee delen bekroond werden met een Zilveren Griffel. Helaas wordt er recent weinig meer van hem vertaald.
Het is de twaalfde keer dat een Nederlander deze belangrijke prijs wint. De laatste was Dolf Verroen in 1996 voor Slaaf Kindje Slaaf, recentelijk opnieuw uitgebracht onder de titel Hoe mooi wit ik ben. An Rutgers van der Loef (Amerika, pioniers en hun kleinzoons en Ik ben Fedde) en Guus Kuijer (Krassen in het tafelblad en Voor altijd samen, amen) wonnen de prijs beiden twee keer. De prijs ging ook naar naar Els Pelgrom (Sofie en Lange Wapper), Joke van Leeuwen (Deesje), Ted van Lieshout (Gebr.), Ruud van der Rol en Riann Verhoeven (met een boek over Anne Frank), Miep Diekmann (En de groeten van Elio).