Futuria van Suzanne Wouda, illustraties Sophie Pluim, Ploegsma, 12+
In Futuria van Suzanne Wouda kruisen de paden van drie jongeren elkaar in een verhaal dat zich afspeelt in het begin van de twintigste eeuw. Achilles is de leider van een jeugdbende die door Kraai is verlaten. Sindsdien staan de twee elkaar naar het leven, maar ze worden genoodzaakt samen te werken als een groot deel van hun vrienden is gevangen genomen door een arts. Hij is ook de eigenaar van een pretpark op het eiland Futuria en voert daar een vergaand medisch experiment met ze uit, dat naar zijn zeggen te maken heeft met ‘de bron van het eeuwige.’ Zijn dochter Libby moet de vraag beantwoorden of het leven van ‘deze sloebers’ evenveel waard is als dat van haar terminale moeder.
Niemand zal deze kinderen immers missen, stelt haar vader, die als een soort Dokter Dood zijn gruwelijke theorieën en praktijken nog bijna logisch weet te verkopen ook. Kun je de dood verslaan of hoort die bij het leven? Is het ene leven meer waard dan het andere en bestaat er een keuze om je lot te bepalen? De ethische dillema’s en vragen over de waarde sluimeren in dit boek onder de oppervlakte. Het stuwende avontuur en de sfeertekening zijn leidend.
Een bij vlagen luguber en wreed verhaal waarin meerdere karakters overtuigend tot levend komen. Stotterende Kraai die tobt met schuldgevoelens over zijn overleden zus en de stoere Achilles die wordt geplaagd door herinneringen aan zijn tijd in het Jongenshuis van Genade. Wouda hanteert een staccato stijl met vaak rijke taal (‘jij bent veilig voor de spekpot van de traankoker’) en zet op een beeldende manier een wereld neer waarin de kloof tussen rijk en arm schrijnend is. Alleen al door de setting van een pretpark voor de rijken, met een enorm cellencomplex voor de sloebers daaronder.
Futuria is een robuust boek voor lezers die tegen een stootje kunnen. Ondanks de uitwaaierende opzet en veelheid aan personages blijft het verhaal na lezing nog een tijdje in het hoofd ronddwalen.