close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
12+

Gek en raar zijn heel verschillende dingen

Jakob is elf, de leeftijd dat hij nog graag kind wil zijn maar ook af en toe pubertrekjes vertoont. Moeder noemt hem regelmatig liefdevol haar ‘elfje’. Dat kan nog net, vindt Jakob, al is het op het randje van kinderachtig. De twee hebben een bijzondere band omdat er geen vader in het spel is; zijn moeder is bewust alleenstaand. Misschien vindt Jakob het daarom zo moeilijk te verdragen als zijn moeder zich inlaat met een mannelijke collega.

Vanwege haar werk, ze is directeur van psychiatrisch ziekenhuis De Leliehof, verhuizen moeder en zoon naar een huis op het terrein van de inrichting. Een bouwval die wordt aangevreten door houtworm. Aanvankelijk lijkt Jakob het er naar zijn zin te hebben. Hij kan het goed vinden met een van de bewoners, meneer Radboud, en met Mira, de dochter van een patiente. Bij de rustige meneer Radboud voelt hij zich op zijn gemak, ondanks zijn vaak vreemde gedrag. De iets oudere Mira daagt hem uit en is in hem in alles net een stapje voor. Ze vindt Jakob nogal raar en daar wordt hij onzeker van want hij weet zelf al niet goed wat hij aanmoet met al zijn gedachtes.

Op zijn nieuwe school wil Jakob een spreekbeurt houden over de inrichting maar hij raakt er in verstrikt. Het is een drukke boel in zijn bovenkamer want Jakob is een serieuze jongen die veel nadenkt en is niet bepaald een prater. Als iemand zegt ‘wil je erover praten’, wordt hij misselijk. Hij moet zijn moeder beloven zich niet zo aan de patienten te hechten. ‘Iemand beter leren kennen en tegelijkertijd afstand houden? Het zal wel weer iets volwassens zijn, dacht Jakob.’

Jakob lijkt het best overweg te kennen met de patienten uit de inrichting al leren we behalve meneer Radboud niemand kennen. ‘Het zijn de enige volwassenen die ook de hand van kinderen schudden. Ze doen niet alsof je nog niet echt bestaat. Gek word je er niet van en je krijgt je hand altijd terug.’  Jakob lijkt door zijn nieuwe woonomgeving een klap van de molen te krijgen. Hij gaat steeds meer malen wat uitmondt in een paniekaanval met veel gevolgen. Toch is hij niet gek want vindt Jakob: ‘Gek en raar zijn heel verschillende dingen, ook al kun je niet zeggen waar het verschil precies in zit. Maar gek is ziek en raar niet.’ Zo staan er aardige overpeinzingen, mooie beschrijvingen en treffende vergelijkingen in De bovenkamer van Jakob maar Evelien de Vlieger heeft er geen coherent geheel van weten te maken.

Evelien de Vlieger overtuigt met haar boeken voor kleine kinderen maar derde jeugdroman (na Brei met mij en Blijven slapen) is licht teleurstellend. Jakob blijft een flets en geconstrueerd karakter dat naast al die gedachten, ook nog eens last heeft van groeipijnen. Het lijkt steeds ergens naar toe te gaan maar dat komt er maar niet van. Tegen het einde wordt er in rap tempo een aantal beslissingen genomen en is Jakob met een paar snelle sprongen weer thuis. De lezer blijft achter met het gevoel een beetje in de maling te zijn genomen. Waar is dit hele avontuur dan goed voor geweest?

 

Titel Boek:

De bovenkamer van Jakob

Auteur:

Evelien de Vlieger

Kaft:
Tags : jeugdboekLiefde en vriendschappsychiatriepubers