Van sommige vogels wordt de slagpen van de vleugels geknipt zodat ze niet van de grond komen en gemakkelijk te vangen zijn. Zo kunnen we onze buik vol eten met eendenbouten, ganzenpaté, kalkoenborst en kippendijen. Gelukkig zijn er ook mensen die wel van vogels houden en nestkastjes en vetbolletjes in de tuin hangen. Auteur Jan Paul Schutten en illustrator Angela de Vrede horen overduidelijk bij die laatste groep. Het duo maakte een uiterst informatief en liefdevol boek over vogels.
Het gaat in Ik wil vliegen niet over alle soorten vogels die bestaan maar vooral over datgene dat de vogel zo anders maakt dan de mens en waar mensen behoorlijk jaloes op zijn: vliegen. De anatomische les leidt langs het ontstaan van de vogel, via de staart, de vleugels en de veren naar vliegen. De laatste hoofdstukken heten niet voor niks: Vliegles, Vliegen met de vleugels die je hebt, Vreemde vogels en nog gekkere vliegers en tot slot Ik wil vleugels!
Jan Paul Schutten bewijst al jaren een uitstekend non-fictie schrijver te zijn en heeft zich ook nu weer secuur in het onderwerp verdiept. Hij debiteert geen onnozele weetjes maar komt met zinvolle en vaak verrassende informatie die toegankelijk is opgeschreven. Hij spreekt de lezers direct aan zonder in lulligheid te vervallen. Een enkele stilistische slordigheid is hem vergeven (zoals: ‘als je eens een berg veren tegenkomt, dan moet je eens een handvol in de lucht gooien. Let eens op wat er dan gebeurt’). Hij verstaat de kunst om kinderachtigheid te vermijden en doseert de humor goed. Valt er nog wat aan de vogel te verbeteren, vraagt Schutten aan het einde. Nauwelijks, is zijn antwoord want vogels zitten heel vernuftig in elkaar. Aan alles is gedacht en ze kunnen ongelooflijk veel. Schutten gaat in deze vliegcursus uitgebreid in op de techniek van het vliegen en de manier waarop vogels wind, thermiek en luchtdruk benutten.
De kracht van Ik wil vliegen is de voortdurende vergelijking met mensen waardoor de informatie heel direct is en dichtbij komt. Dat komt vooral tot uitdrukking in de tekeningen van Angela de Vrede die de vogels bijna ambachtelijk neerzet maar er toch in slaagt prenten met humor te maken. Ze tekent mensen in allerlei houdingen en standjes om aan te tonen dat ze niet kunnen wat vogels wel kunnen en dat is vaak erg grappig. De cover is in prachtige kleuren gemaakt en het is jammer dat alle prenten binnenin in zwart/wit zijn.
Een prettig blader, -kijk en voorleesboek zonder een duizelingwekkende hoeveelheid informatie maar met gewone vogelpraat vanuit de verbazing van de makers. De grappen zitten vooral in de onmogelijkheid voor mensen om de dingen te doen die vogels wel kunnen. Met het ultieme vliegen als dramatisch hoogtepunt, of dieptepunt. Want hoe we ook ons best doen, dat is een kunst die we nooit zullen beheersen.
Ik wil vleugels
Jan Paul Schutten
Angela de Vrede