Querido
Laurens Rawie
Wie de Netflix-serie The Crown volgt, en met name de vierde reeks waarin prinses Diana ten tonele verschijnt, ziet hoe knellend het keurslijf van het koningshuis kan zijn. Het zou zomaar kunnen dat Henry Lloyd zijn prinses Nola naar Lady Di heeft gemodelleerd. Niet dat de parallellen helemaal kloppen want Nola is veel volkser dan Diana en de prins wordt stapelverliefd op haar in plaats van andersom. Maar de kille ontvangst van haar schoonouders en de ondraaglijke saaiheid van het royale leven, sluiten vrij naadloos aan.
We kunnen het de auteur helaas niet vragen want we weten nog steeds niet met zekerheid wie hij is zolang Daan Remmerts de Vries niet uit de kast komt. Hij moet wel achter de pseudoniemen Henry Lloyd en Laurens Rawie schuilgaan maar het is natuurlijk zijn goed recht om een rookgordijn in stand te houden. Met de verrassende fabel Flin of de verloren liefde van een eenhoorn bestormde Henry Lloyd het vaderlandse jeugdboekenfront. Het werd genomineerd voor de Woutertje Pieterse Prijs en kreeg een Vlag en Wimpel van de Griffeljury. Vooral de ongeremde fantasie en gelaagdheid tilden het sprookje er bovenuit.
Dat geldt in iets mindere mate voor Prinses Nola en haar waardeloze prinses dat wel net zo vlot geschreven is, met veel vaart, kwinkslagen en losheid. De weinig ambitieuze prins Clemens wordt verliefd op een gewoon meisje. Zij valt voor zijn versierpogingen en het idee dat ze met hem kan ontsnappen aan een bestaan in armoede. Nola droomt van een leven vol reizen en avontuur. Haar Clemens blijkt een huismus die het liefst op het kasteel blijft. Al snel komt ze er achter met een ‘sukkelaar’ te zijn getrouwd. Het verhaal komt pas echt op gang als de prins, die inmiddels koning is, een dubbelleven gaat leiden en ook Nola haar eigen weg kiest.
Tegen het einde is er een aangename en verrassende ontmoeting met personages uit het vorige boek en worden er ook meer filosofische gedachten en uitspraken opgevoerd. ‘Niemand zijn, dat is werkelijke macht’, is zo’n zin om langer over na te denken. Daar krijgt het boek de diepte van de voorganger.
Nola zit al snel klem in een leven dat niet de hare is, met alle verwachtingen en beperkingen die daarbij horen. Door op reis te gaan, leert ze weer om zichzelf te zijn. ‘Soms moet je nieuwe gebieden verkennen om jezelf wakker te schudden.’ Haar echtgenoot blijkt minder stupide dan hij voorwendde en mengt zich als een soort ‘Leger des Heils-Beatrix’ onder het volk. Dat levert fantastische en hilarische scenes op.
Het lijkt er zowaar een beetje op dat het sprookje weer terug is in de Nederlandse jeugdliteratuur. Nu de boeken van Paul Biegel zijn opgepoetst, Marco Kunst met Het verlangen van de prins een duit in het zakje deed en ook Henry Lloyd overtuigend in de traditie is gaan staan.