close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
12+

Kinderen van elf horen niet te verdwijnen – 19|91 van Tom Rijpert

Er mag op het schoolkamp op Terschelling over één ding niet worden gesproken: de verdwijning van Pepijn Harding tijdens hetzelfde schoolkamp precies elf jaar geleden. De jongen is nooit teruggevonden. De meest gangbare verklaring is nu dat hij ’s nachts de zee is ingelopen en verdronken, maar daar heeft niet iedereen vrede mee.

Tom Rijpert voert in zijn realistische, maar ook fantasievolle, avonturenboek 19|91 twee kinderen op die met elkaar juist over niks anders praten. Wat is er met Pepijn gebeurd en is hij echt niet meer in leven? Tibbe is precies op de dag van zijn verdwijning geboren. Acht nul acht in1991. Hij overtuigt Basha Berkel (geboren op twee nul twee 1991) ervan dat ze spiegelkinderen zijn vanwege hun geboortedatum. Voor het eerst in zo’n beetje tweeduizend jaar tijd zit er maar elf jaar tussen twee spiegeljaren: 1991 en 2002. Al die gespiegelde cijfers zijn volgens Tibbe geen toeval. Er moet meer aan de hand zijn en voor hem is het niet meer dan logisch dan hij en Basha de aangewezen personen zijn om het grote raadsel.

Het fantasierijke gegeven van de getallen en de werking van de tijd doet denken aan de puzzels die Tonke Dragt zo graag in sommige van haar boeken stopte. Rijpert bouwt een slim gecomponeerd verhaal op, met vooruitwijzingen (‘vier dagen voor mijn verdwijning’) en gedoseerde informatie. Hij strooit met toevoegingen binnen het verhaal zonder de kern uit het oog te verliezen. Grappig zijn de speelse verwijzingen naar het stramien uit echte detectives, zoals die van Agatha Christie. Meestal wil de speurder het op tweederde opgeven, maar volgt daarna de belangrijkste clue van het verhaal. Uiteraard gaat het ook zo in 19|91.

De karakters zijn wat voor de hand liggend. Een nerdy, tikje obsessieve, jongen en een onzeker meisje, die beiden een beetje buiten de groep vallen. Maar het zijn kinderen die precies op de grens zitten van wanneer je nog kind mag zijn. Dat is een sterke troef. “Weet je wat volgens mij het probeem is met dat elf zijn van ons”, laat hij Basha zeggen. “We weten best wat, maar tegelijkertijd weten we nog niks. We zitten overal precies tussenin.” In dit realistische verhaal is het vanwege de leeftijd nog net toegestaan om te fantaseren en dingen te beleven, die misschien wel niet kunnen. Over dat grensgebied tussen fantasie en werkelijkheid wordt in het boek gesteld: “De kunst is geloven in wat kán zijn, of om te verklaren wat onverklaarbaar lijkt”

Rijpert viel meteen op met zijn fantasyboek De zeven sleutels en bewijst met 19|91 dat hij meerdere registers beheerst en echt kan schrijven. Zijn losse stijl valt op, het geeft het boek lichtheid en elasticiteit, waardoor het uitstijgt boven een doorsnee avonturenboek. De plot is niet het sterkste deel, net teveel toevalligheden en onbeantwoorde vragen, inclusief een onnodige sprong in de toekomst.

19|91 valt in de categorie toegankelijke pageturner met veel vaart en een zekere gelaagdheid. Zo’n boek dat veel kinderen aan het lezen kan krijgen. We hebben er een kinderboekenschrijver bij om rekening mee te houden. Ik durf wel te voorspellen dat Tom Rijpert binnen nu en tien jaar wordt gevraagd voor het Kinderboekenweekgeschenk.

Tags : detectiveeilandFamiliejeugdboekKinderboekLiefde en vriendschapSchoolSpanning en avontuur